32.500 was
het aandeel in
de opbrengsten
van de rijksper
sonele belasting
(op getoonde
welstand). De
totale uitgaven
beliepen ruim
ƒ175.000.
Grote posten
waren onderwijs
en armenzorg
(bejaarden,
weduwen,
wezen en
gehandicapten).
Medische politie
Van de 447
sterfgevallen
waren er onder
meer 72 geboek
staafd als gevolg
van lichaams
zwakte/tering, 12 typhus, 47 stuipen, 29 hersenziek- Gemeenteschool
ten, 38 keel- en longtering/bloedspuwing, 52 acute Weststraat.
ziekte ademhalingswerktuigen, 10 verdrinking/zelf
moord, 11 onbekende oorzaak en 8 gewelddadige
dood/zelfmoord. De 'Croup heerste epidemisch in
vooral Amsterdam, maar kostte ook in Den Helder
zeventien mensen het leven.
Openbare veiligheid
Het Helderse politiekorps telt een waterschout, een
commissaris, een inspecteur, tien agenten (waarvan
vier tijdelijk), vier veldwachters (voor de buitengebie
den, neem ik aan), 33 'nachtwachts behoorende tot de
politie', waaronder acht assistent-nachtwachts. Voorts
was er de Rijksveldwachtbrigade van negen man,
onder leiding van een brigadier majoor titulair.
Strandingen
29 september: 'Het Engelsche barkschip 'President',
kapitein G.E. Barker, van New York naar Hamburg.
Het schip is op de zuidergronden verbrijzeld. De kapi
tein en 17 man alsmede de vrouw van een der schepe
lingen zijn gered. Een man van de equipage, die ziek
was, is omgekomen'.
Nationale militie
Tijdens de loting dit jaar waren 167 militieplichtigen
in leven, waarvan er vijftig daadwerkelijk in dienst
gingen - inclusief zeven plaatsvervangers en een num-
merverwisselaar. Nog steeds konden jongemannen uit
gegoede families zo onder de
dienstplicht uit. Elf van de 127
gekeurden waren 'onder de maat',
dat wil zeggen kleiner dan 1.55
meter.
Onderwijs
In 1875 werd een nieuw gebouwde
openbare lagere school in gebruik
genomen. Maar die 'bleek aldra
geene genoegzame ruimte aan te
bieden voor het getal kinderen dat
er moest school gaan, waarop een
viertal bovenlokalen, voor de de
Industrieschool (soort LTS)
bestemd, voor het lager onderwijs
werden in gebruik genomen. Vol
gens mededeeling van den school
opziener is er (echter) ook nu nog
geen voldoende ruimte om kinde
ren van 6 tot 7-jarigen leeftijd, die
krachtens de sedert 2 jaren
bestaande bepaling niet tot de
scholen worden toegelaten, te
plaatsen. Door het gemeentebe
stuur worden echter middelen
beraamd om aan de bezwaren
tegemoet te komen'.
De onderwijzer C.J. Blok overleed
in 1875 'en daarmee kwam een
70