hun laarzen horen kletteren maar
verder zag je niet veel. In de veron
derstelling dat ik een van mijn
vrienden bij zijn arm pakte, hoorde
ik een Duitse stem. 'Was ist los?'.
Tot mijn schrik had ik een Duitser
bij zijn arm gepakt. Wie het mees
te geschrokken is weet ik niet, snel
maakte ik mij uit de voeten. Het
had gelukkig geen gevolgen.
Ook na de oorlog zijn wij in de
Palmstraat blijven kerken. Tijdens
de diensten in de kerk moest het
orgel, door het trappen op twee
pedalen van lucht voorzien wor
den. Door deze beweging te maken
werd een blaasbalg gevuld met
lucht. Er moest wel voor gezorgd
worden dat deze blaasbalg, voor dat
er gezongen zou worden, met lucht
gevuld was. Het was daar boven bij
het orgel, vooral zomers, érg
benauwd. Het trappen was toch
wel een inspannend werkje. Geluk
kig was er een luikje dat kon wor
den opengezet. Het kwam uit op
een stukje plat dak.
Op een zeer warme zondag was
mij gevraagd het orgel van lucht te
voorzien. Nadat verschillende psal
men waren gezongen en de domi
nee aan zijn preek begon, kroop ik
door het luikje om even wat frisse
lucht te happen. Geheel onver
wachts moest er nog een lied
gezongen worden. Het was niet
meer mogelijk om voldoende lucht
te trappen. Het orgel kwam met
een serie valse noten op gang. Of
ik daarna nog een keer als 'trappe-
nist' gevraagd ben weet ik niet
meer. Gezien het verstoorde
gezicht van de predikant denk ik
van niet.
De leden van de kerk vormden een
vrij sterke band. De ambtsdragers
kende je allemaal. Verschillende
malen werd mij, bij het uitgaan
van de kerk, een collectezak in
handen gegeven. Er werd bij
gezegd: 'Jij haalt meer op dan wij'.
Of het waar is weet ik niet maar je
leerde wel ook een stukje verant
woording te dragen.
Toen de Palmstraatkerk verkocht
werd kwam er een einde aan een
mooie periode. In 1958 werd de
'Opstandingskerk' in gebruik geno
men, er brak een nieuwe periode
aan.
De geschiedenis van het ontstaan
en de ingebruikneming is beschre
ven in een boekje dat ter gelegen
heid van het 30-jarig bestaan van
de kerk is samengesteld 'In en om
de Opstandingskerk'.
K. Jellema.
Ramen en glas
wanden in de
benedenhal van
het Cemlni Zie
kenhuis, doorJan
Dijker
is UiLvau het NederlnncUch Jongeling*
Verbond.
HET BONDSBESTUUR.
90