ik de stilte in de Molenstraat als ik
huiswaarts keerde en de maan
geelblauw glinsterde op de blauw
zwarte dakpannen.
Dat was het wat Christiaan Terps
tra bedoelde toen hij in diezelfde
jaren zijn bekend gedicht Wezen
straat schreef:
O god, laat mij bij lichte maan
Nog één keer door Den Helder
gaan
en op de flonkerende daken
De weerschijn van die gloed zien
staan
Nieuw gebouw (1915)
Het gebouw werd in het begin van
deze eeuw ook als kleuterschool
gebruikt. Mevrouw Moen-Leemans
herinnert zich nog hoe ze
voortijdig naar de (chris
telijke) lagere
school ging,
omdat het
Palmstraat
gebouw
kelijk 'behielp' men zich voor de
prediking nog met rechtzinnige
predikanten van elders, later kwam
er een 'eigen' voorganger. Maar
met dit alles was men nog géén
kerk: doop en belijdenis moesten
plaats vinden in de officiële her
vormde kerk. Er waren echter
leden van de vereniging, die zóveel
moeite hadden met de officiële
(vrijzinnig) hervormde kerk in
Den Helder, dat ze elders - in
Haarlem - belijdenis deden!
Pas in september 1942 werd de
voorganger van de Evangelisatie
hulppredikant der heivormde
gemeente, twee jaar later werd hij
volledig predikant en acht recht
zinnige gemeenteleden werden
kerkeraadslid.
Tien jaar later ging
men geheel over naar
de hervormde kerk.
waarin de
keuter-
school
gehuis
vest was,
werd afge
broken.
Blijkens een gevelsteen in het hui
dige gebouw is de eerste steen
gelegd door Bart Johan Gerhard
Schokking op de 22e juni 1915.
Ondanks de uittocht van mannen
als Pieter Graaff, J.A. Kraak, J. Van
Brederode en de bekende kolonel
Van Marle, die in navolging van
Dr. A. Kuyper geheel uit de her
vormde kerk getreden waren
(Doleantie, 1887), waren de meeste
rechtzinnigen de Hervormde kerk
trouw gebleven, al 'kerkten' zij in
feite in het geheel vernieuwde en
vergrote gebouw aan de Palm
straat.
Evangelisatie wordt kerk
En al sprak men van een evangeli
satiegebouw, in feite was het ver
enigingsgebouw de 'kerk' der
rechtzinnigen geworden. Aanvan
Nog niet zo zeer omdat de scherpe
tegenstellingen tussen vrij- en
rechtzinnig verminderd waren, als
wel uit praktische overwegingen.
Bij de wederopbouw van de in de
oorlog zo danig geteisterde stad
werd al gauw duidelijk, dat zowel
de enige overgebleven 'vrijzinnige'
kerk (Nieuwe kerk) als het Palm
straatgebouw toch wel erg excen
trisch kwamen te liggen. Een
nieuw kerkgebouw (Opstandings-
kerk aan de Lorentszstraat) was
gewenst en een kerk in Nieuw Den
Helder (Johanneskapel) zelfs nood
zakelijk. Beide groeperingen
afzonderlijk zouden zich dat niet
kunnen permitteren. Hoe juist dit
besluit geweest is, bleek in de
jaren zestig en zeventig: de terug
loop van het aantal lidmaten was
enorm, juist in de hervormde kerk.
De Palmstraatkerk werd in 1956
verkocht aan de vrij gemaakte
Gereformeerden en in 1994 is het
gebouw afgebroken.
ET. Bremer.
In 1994 onder de
slopershamer.
88