37 delder ar de :rland ge Jan istad d plan te vor- n plan lad ?e- de de gor- ze ves- werf bouw de te rgdok, bin- amhe- :aal gsge- !t vrije ïoes- waren, bepaalde aantallen arbeiders leveren. Lieden die trachtten te ontkomen, werden buiten Den Helder opgevangen en teruggestuurd. Wagens en paarden werden gevorderd en wie weigerde deze af te staan, werd zelf tewerkgesteld. Gezien de toename van de bevolking en de weinig beschikbare woon- en loge mentruimte traden er al gauw problemen op ten aan zien van gezondheid en hygiëne. Het afvalprobleem was het grootst; alles wat men kwijt wilde dumpte men in het moerassige gebied, tot kadavers toe. In 1812 werden dan ook verscheidene waarschuwin gen gegeven en boetes uitgedeeld, maar zolang het gebied zelf niet structureel verbeterd werd, trok men zich hier weinig van aan. De aanwezige logies- en De Rijkswerf in de jaren '20. kosthuizen puilden uit van de grondwerkers en arbei ders en de situatie leek onhoudbaar te worden, totdat men een aantal woningen ter beschikking kreeg, het geen de ergste woningnood lenigde. De bouwcampagne, begonnen in 1812, lag in de nada gen van de Franse overheersing op een laag pitje. Koning Willem I besloot daarna, ondanks de geringe financiële omstandigheden waarin ons land verkeerde, de werkzaamheden met kracht voort te zetten. Werkzaamheden die onder moeilijke omstandigheden plaatsvonden. Immers, er was geen ervaring met het graven van grote diepten en zo vlak aan zee en dan ook nog in aangewonnen zanden en gronden. Den Helder was aan drie kanten omgeven door water, waardoor een enorme waterdruk ontstond bij de bouwputten op het maritieme etablissement. Regelmatig ontstonden spontane uitbarstingen van welwater dat door middel van vele arbeiders en met behulp van door paarden aangedreven ketting of tonmolens uit de bouwputten werd geloosd. Voor nagenoeg alle werkzaamheden waren gezien de grondsamenstel- ling paalfunderingen noodzakelijk. Het benodigde heiwerk was hand werk, dat geschiedde met een hou ten heistelling met drie poten en met een katrol en heireep (reep touw). De heireep of kabel was aan de ene kant bevestigd aan een hei blok en liep aan de andere kant uit in twintig a dertig heitouwen waar aan evenzovele heiers stonden. 3 Na nog vele moeilijkheden te heb ben overwonnen werd op 20 sep tember 1822 de ie fase van de bouwperiode door Jan Blanken Janszoon, namens de waterstaat en publieke werken aan vice-admi- raal A. Kuvel, directeur en com mandant der Marine in het hoofd departement van de Zuiderzee overgedragen, waaronder: 1. het groot magazijn; 2. het droge kieldok; 3. het stoommachinegebouw, met de stoommachine; 4. het natte scheepsdok; 5. de binnenhaven; 6. het dokkanaal met de rondgaan de afsluitingskanalen; 7. de grote zeedoksluis, met voor haven; 8. de koopvaardersschutsluis. 4 Na de overdracht werd in 1823, na goedkeuring van koning Willem I, de verdere inrichting van Willemsoord bepaald. De voltooiing hiervan nam nog ruim vier jaar in beslag en betrof voornamelijk de bouw van de diverse werkplaatsen. Bij het gereedkomen hiervan werd de kiel plaats Het Nieuwe Werk overge dragen aan het departement van oorlog om te worden omgebouwd tot fortificatie, fort Oostoever genaamd.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1997 | | pagina 5