Rijkswerf Willemsoord
35
De rijkswerf Willemsoord, gelegen aan het
Nieuwediep te Den Helder, is in 1993 verhuisd naar
een geheel nieuwe locatie op het Nieuwe
Haventerrein, dat geheel door de Koninklijke Marine
in beslag wordt genomen. De Rijkswerf en de
Koninklijke Marine zijn zeer nauw met elkaar verwe
ven.
Van al de marinebedrijven is de
Rijkswerf wel de meest bekende.
Het is een omvangrijk onder
houdsbedrijf waarop de
Koninklijke Marine te allen tijde
een beroep kan doen voor alle
typen schepen. De werf helpt de
marine paraat te zijn, waar ook ter
wereld. Na ruim 175 jaar van vrij
wel onafgebroken dienstbetoon,
heeft de Rijkswerf zijn historische
grond verlaten. De vernieuwing
van de vloot en de behoefte aan
moderner en doelmatiger onder
houd maakten de overgang naar
een geheel nieuwe Rijkswerf nood
zakelijk. Generaties lang hebben
duizenden werknemers, vaak van
vader op zoon, Willemsoord
bevolkt en er aan de opbouw van
de vloot gewerkt; het is een plek
met een rijke historie, een begrip
in Den Helder.
Een terugblik
Naast het Vlie was het Marsdiep de
grote in- en uitvalspoort voor de
scheepvaart op de Zuiderzee.
Havens, in het bijzonder
Amsterdam, het economische hart
van de Republiek der Zeven
Verenigde Nederlanden.
Koopvaardijschepen, walvisvaar
ders, schepen van de Verenigde
Oostindische Compagnie verza
melden zich op de rede van Texel
alvorens uit te varen. Zeker in tij
den van dreigende oorlog voer men
graag in konvooi, al dan niet onder
begeleiding van oorlogsschepen.
Vóór 1795 was er nog geen sprake
van één (Koninklijke) marine,
maar ressorteerden de schepen van
oorlog onder een vijftal admiralitei
ten, waaronder die van Amsterdam
en het Noorderkwartier
(Enkhuizen /Hoorn), 's Lands
schepen van oorlog in Hollands
Noorderkwartier werden gebouwd
en hersteld op werven in Amster
dam of een van de andere
Hollandse Zuiderzeehavens, (wer
ven Medemblik, Enkhuizen).
Den Helder beschikte in de 17e en
18e eeuw in feite nog niet over een
haven, laat staan een werf.
Wel hadden reeds in 1647 de bal
juw en schepenen van Huisduinen
via een request aan de Staten van
Holland de aandacht gevestigd op
het Nieuwediep, in deze periode
niet meer dan een onbeduidende
kreek, om daar een haven te
maken. Onderlinge verdeeldheid
tussen met name de Zuiderzee
steden, die de concurrentie uit de
kop van Noord-Holland vreesden,
deed de regering besluiten de oms
treden havenaanleg te laten rusten.
In 1781 werd de discussie rondom
de aanleg van de haven weer opge
voerd, na een bezoek van erfstad
houder prins Willem V aan het
Nieuwediep. Begeleid door een
commissie van deskundigen werd
in dat jaar besloten tot de aanleg
van een veilige ligplaats voor
's Lands schepen. 1
Medebepalend voor dit besluit was
de slechte bevaarbaarheid van de
Zuiderzee en de verzanding bij
Pampus, vlak voor Amsterdam.
De aanleg van de haven
De aanleg van de haven werd het
zelfde jaar nog begonnen en
berustte op een eenvoudig princi
pe. Door middel van de aanleg van
dijken en leidammen werd het
getij water door het Nieuwediep
gestuwd, waardoor deze op diepte
bleef. Reeds in de winter van 1782-
1783 konden de oorlogschepen met
hun geschut en gewone lading in
het Nieuwediep overwinteren.
Door de ervaringen, opgedaan in
de vierde Engelse oorlog (1782-
1784), ondervond men dat de repu
bliek kwetsbaar was. Met name het
gemis aan goede havens en repara
tiemogelijkheden deed zich duide
lijk voelen.
Naar aanleiding hiervan verscheen
op 4 maart 1784 een memorie
waarin werd aangevoerd dat een
maritieme mogendheid die in een
zee-oorlog gewikkeld is, havens,
dokken, lig- en werkplaatsen en
werven op stategische punten aan
de mondingen van de waterwegen
moet bezitten om oorlogsschepen
tegen storm en ijsgang te vrijwaren
en op beschutte plaatsen die aan