De Noorderpoort, ingang naar rijkswerf
Willemsoord tussen
Commandementsgebouw en K.I.M.
Ambtenaren van de alhier gevestig
de Werf, genaamd Willemsoord.
Genoemd Directie-huis, of zoo als
het gewoonlijk genoemd wordt, het
Paleis, strekt dan ook tevens tot
ontvangst van vorstelijke personen,
die deze plaats met een bezoek ver
eeren. Het is een zeer ruim
gebouw en bevat fraai je kamers,
die aan alle zijden schoone uitzig-
ten opleveren. Voor hetzelve
bevindt zich een net aangelegd
plantsoen, terwijl een sierlijk ijze
ren hek tot den ingang leidt.
Achter en van terzijde ziet men een
boschje, waaruit men door eenen
breeden laan zich naar de Werf
Willemsoord kan begeven'.
Ook de auteur D. Dekker vermeldt
in zijn boek
'Ontwikkelingsgeschiedenis en
beschrijving der gemeente Helder'
in 1875 in soortgelijke bewoordin
gen over het 'schoone, langwerpig-
vierkante gebouw van twee verdie
pingen met een groot aantal
ramen, zijnde het Directiehuis der
Marine'.
Na het gereedkomen van het
Groot-Noordhollands Kanaal in
1824 en het graven van de
Koopvaardersbinnenhaven,
gewoon Binnenhaven genoemd,
werd -ter onderscheiding- de naam
Nieuwediep gewijzigd in
Buitenhaven. Pas bij raadsbesluit
van 28 maart 1967 werd, op voor
stel van Burgemeester en
Wethouders van Den Helder, uit
historische overwegingen besloten
de naam van de weg langs de
haven weer te wijzigen in Het
Nieuwediep. Het commande-
mentsgebouw is thans genum-
Commandementsgebouw met tijdsein,
uitkijkpost en antennemasten.
tot de rijkswerf. Bij extreem hoge
waterstanden werden in deze toe
gang wel zandzakken gelegd (zoals
in 1953 en 1954) om het binnens
tromen van het zeewater uit de
Buitenhaven te voorkomen.
Door noodzakelijke verhoging van
de havendijk, in samenhang met
alle zeeweringen, werd de
Noorderpoort in de jaren '60 ges
loopt. De op de noordhoek van de
paleistuin staande 'Bank van De
Jongh' moest om die reden ook
verdwijnen. Deze heeft een plaats
gekregen op het voorplein van het
Marinemuseum aan de
Hoofdgracht.
In zijn boek 'Beschrijving van Den
Helder met het Nieuwe Diep en
Huisduinen' vermeldt auteur J. van
Dam den Boumeester in 1847 het
volgende over het toen twintig jaar
bestaande Paleis: 'Het directie-huis
der Marine. Dit is een schoon,
langwerpig-vierkant gebouw en
wordt thans bewoond, behalve door
den Directeur en Commandant
van de Marine, ook door de Hoofd-
50