svan A.Th. van Deursen, Mensen van klein vermogen
is de
1
cende (Het kopergeld van de Gouden Eeuw).
Ooievaarpocket (geïllustreerd)
:us_ 455 bladzijden, prijs 19.50.
ait en
>ezet-
)45
fees-
n voor
de
Koorn
rwoeld
'ordt
lam-
1. Het dagelijks brood: over werk en welvaart,
lonen en prijzen, armoede en onderstand,
huursoldaten en zeehelden, joden en immi
granten enz.
2. Volk en cultuur: over rouwen en trouwen,
drank en prostitutie, moord en doodslag,
opvoeding en onderwijs, kinderarbeid en disci
pline.
3. Volk en overheid: over rijkdom en regenten,
belastingen en weeldewetten, oproerigheid en
ordehandhaving, Watergeuzen en Duinkerker
kapers, katholieken en geuzen.
4. Hel en Hemel: over volksgeloof en vroom
heid, doopsgezinden, calvinisten en katholie
ken en nog veel en veel meer.
In 'Mensen van klein vermogen' zijn deze vier
delen samengevoegd. Het dagelijkse bestaan van
de gewone man in het gewest Holland ten tijde van
de 17e eeuw, wordt beschreven in eenvoudig en begrij
pelijk Nederlands, gelardeerd met tal van voorbeelden
en anekdoten.
Het gaat over de onzekerheid van het bestaan, de
bestendigheid van het aloude volksgeloof en het
'natuurlijke leven', zoals seks buiten het huwelijk, de
grote bierconsumptie, de niet geringe invloed van de
plaatselijke bestuurders op het leven van de gewone
man. Onwillekeurig denk je soms al lezend: 'hé zou
dat typisch Hollands zijn?'
'Een moraal die soms op het hypocriete af meebuigt
met de werkelijkheid, waar de plaatselijke overheid
zich tamelijk actief opstelt op het gebied van armen
zorg, onderwijs, criminaliteitspreventie (het tucht
huis), maar ook een land waar de souvereiniteit in
eigen kring het recht op een vrije eredienst, de harts
Voor de prijs van nog geen twee tientjes ligt nu bij de
boekhandel het meesterlijke verhaal over gewone
mensen - geen goud, maar kopergeld - in de Gouden
Eeuw. 'De veel gehoorde opmerking dat een
Nederlandse historicus geen overzichtswerk zou kun
nen schrijven dat een breed publiek aanspreekt is
aantoonbaar onjuist', schreef het NRC-Handelsblad
destijds al bij de verschijning van de eerste vier
deeltjes getiteld:
J.T. Bremer
tochten kan doen oplaaien en de
hang naar risico-mijdend gedrag
kan doen vergeten'.
Er is een uitgebreid register aanwe
zig en wie dus (alleen maar) even
iets wil opzoeken over Piet Heyn of
Prins Maurits, Petten of Huis
duinen, kan snel vinden op welke
bladzijden daarover geschreven
wordt. En dat allemaal voor twee
tientjes. Werkelijk het is voor niets.
43