8 dit gebied was niet veel meer over dan de eilan den Texel, Huisduinen, "t Oghe (Oog=eiland) en een smalle duinenrij bij Petten. Reeds in die tijd verklaarde een grafelijke commissie dat 's lands belang vereiste "dat de Zijpe weder gedij- ct werd, omdat de druk op de Westfriese zeedijk te groot was". Na de Sint Elisabethsvloed van 1421, waarbij zo'n vierhonderd mensen, die in de kerk van Petten-dat-Hontsbosch-hiet hun toevlucht gezocht hadden, jammerlijk verdronken, werd de noodzaak om iets te ondernemen groter. Er werd een begin gemaakt met zoiets als een Hondsbosse zeewering (Rijndijk, 1432). Voor 't bedijken van het Zijpegebied was echter weinig animo, omdat "het land van binnen der Zijpe gelegen niet waerdich (en) is de grote coste die men daerop zoude moge verdijeken". Waarde loze zandgronden hadden immers de kleiafzet- tingen in het Zijpebekken grotendeels over spoeld? Een halve eeuw later wilde Jan van Scorel c.s. de gok wel wagen. Het verhaal gaat dat onze brave kanunnik, teneinde geldschieters op de Antwerpse beurs te interesseren, prachti ge Zijpse klei getoond heeft, maar er niet bij vertelde dat hij om die klei te bemachtigen wel éérst een zandlaag had moeten wegscheppen. Schitterend is het sarcasme van de waterbouw kundige Andries Vierlingh uit Steenbergen, ingehuurd om te helpen bij de bedijking, als hij vraagt of Van Scorel misschien wil gaan zand- zieden. Over de Hasepolder bij Petten, genoemd naar de Antwerpse koopman Servaas de Hase, sneert hij: Hasepolder? Dwaesenpolder! Spot tend citeert hij: het is een land van tureluyre als 't regent soo is 't van nature als 't drooch is soo is 't zachte het verwayt bij dage, bij nachte Dit alles neemt niet weg dat men er in slaagt de Zijpe in de zomer van 1552 voor de eerste keer te bedijken. Drie jaar later breken de dijken - een tweede bedijking volgt in 1561. De beruch te Allerheiligenvloed van 1570 maakt alles weer ongedaan. Valcoogh schreef o.m. Omtrent tachentich huysen sijn der wech gedreven met twee hondert menschen deerlich gelaten 't leven Op huysen, daken, hooyen (hooibergen) quamen sij aandrijven tien of twaalf saten sij bedroeft bij malcanderen De derde bedijking is nog niet voltooid of de Geuzenaanvoerder Sonoy geeft opdracht de dij ken door te steken ten einde de Spanjaarden, die 't beleg voor Alkmaar hadden geslagen, door het water te verdrijven. Als de Spanjaarden het beleg opbreken (8 oktober 1573) duurt het bijna een kwart eeuw alvorens men een vierde bedij kingspoging onderneemt. Maar dan is het ook raak - en om dat te geden ken vieren we dit jaar feest. Uiteraard wordt in de officiële stukken gewezen op 's lands belang. Valcoogh geeft echter een ander bedijkingsmo tief: Om baet sijn die Sijp-Heeren bijeengheco- men om baet hebben sij 't Sijp dijeken ter hant ghenomen om baet hebben sij requesten geschreven om baet is haer een goet octroy ghegheven. De Zijpheren zijn vooral Amsterdamse kooplui, Huidige kustlijn Reconstructie van het landschap in de kop van Noord-Holland omstreeks het jaar 1350 na Christus (naar H. Schoor!)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1997 | | pagina 8