scheepsvolk uiteindelijk gevangen op drie loka- ties in de graafschappen Kent en Suffolk. De gewonden werden goed opgevangen en ver zorgd in hospitalen en in particuliere (grote) hui zen die voor de gewonden in gereedheid werden gebracht. De inwoners van Yarmouth deden veel om het leed van de ongelukkigen te ver zachten, dagelijks werden er verversingen gebracht, er werd geen onderscheid gemaakt tussen vriend en vijand. Na verloop van tijd kre gen de gevangenen die goed gedrag toonden ook de vrijheid om zich buiten de gevangenis te begeven, met als gevolg dat na het beeindigen van het krijgsgevangenschap Hollanders huw den met dochters van plaatselijke families en zich daar vestigden. Hun nakomelingen wonen er nog, vandaar de Hollandse achternamen in dat gebied. De overige 16 schepen die aan het Engelse Noordzee-eskader voor de kust van Camperduin ontkwamen bereikten de Texelse-Rede waar zij voor anker gingen of zeilden naar hun thuisha ven de Maas-monden. De teruggekeerde sche pelingen kregen de gebruikelijke wijn en tabak verstrekt. Kapitein Dooitse Eelkes Hinxt van de Beschermer, die tijdens de slag de bezaanmast verspeelde en vervolgens tussen twee Engelse schepen onder vuur lag, kwam zwaar gewond met zijn schip op de Texelse- Rede aan. Enige dagen later zou hij daar overlijden. Op 23 oktober 1797 werd de voormalige koopvaardij schipper uit Leeuwarden, met de aan zijn rang verbonden militaire eer, op Huisduinen begra ven. Zijn fraaie monumentale grafzerk, met uit gehakte letters, staat nog steeds op het oude gedeelte van de begraafplaats: "D.E. Hinxt Kapit. Ter Zee Bij de Bat. Republ. Overl. 20 Oct. 1797 Aan Wonden in de Slag Bij Kamper duin 11 Oct. Bekomen". De bevelhebbers van de zestien niet veroverde Bataafse schepen kwa men voor de Hoge Zeekrijgsraad van de Repu bliek. Zij moesten zich verantwoorden voor hun gedrag en inzet tijdens de Slag bij Camperduin. Waarna zij ofwel vrijgesproken, of veroordeeld werden tot onder andere: ontzegging van bevel hebberschap voor een bepaalde tijd, of kosten van het geding. Er volgde zelfs een veroordeling tot een schavotstraf, gevolgd met 10 jaar rasp- huisstraf en 20 jaar verbanning. Toch zouden, binnen 7 jaar, alsnog 12 van deze 16 schepen, tijdens verschillende gevechten of aanvallen, door de Engelse oorlogsvloot veroverd worden. De Winter kreeg van Duncan de grootste hoog achting en werd te Londen door de Lords der Admiraliteit op eervolle wijze ontvangen. Hij was daar in de gelegenheid veel voor zijn krijgs gevangen genomen officieren en manschappen te doen. Zelf kreeg hij verlof, na het geven van zijn erewoord om gedurende de oorlog niet tegen Groot-Brittanie te strijden, om naar zijn vaderland terug te keren waar hij op 29 novem ber aankwam. In Engeland werd de overwin ning met groot enthousiasme ontvangen. De zege nam veel onrust weg onder de bevolking. Door de overwinning werden de plannen van de Franse Republiek en haar bondgenoten om Engeland te veroveren en Ierland te bevrijden verijdeld. Duncan en zijn medestrijders werden vereerd, 19 december werd aangewezen voor het houden van een nationale dank- en bededag die in Londen werd gevierd. In de St.Pauls Cathedral werd die dag een plech tige "thanksgivingservice" gehouden, waartoe Z.M. de Koning zich in een prachtige, met acht paarden bespannen statiekoets, naar de Londen- se hoofdkerk begaf. Duncan, de Opperbevel hebber, werd in de adelstand verheven met de titels "Baron Camperdown" en "Viscount Dun can". Duncan was een nationale held geworden. Als hij in 1804 komt te overlijden volgt de begrafenis in zijn geboortedorp Lundie, een gedenksteen herinnert de bezoekers in de kapel aan de Opperbevelhebber. Na zijn dood werd het nieuwe familiehuis en de landerijen van de familie Duncan vernoemd in Camperdownhou- se en Camperdown Estates (landgoed). Dit huis met een deel van de landerijen werd in 1945 door de gemeente Dundee aangekocht en open gesteld voor het publiek. De naam bleef gehandhaafd, "Country park Camperdown". Maar er zijn meer trotse vernoe mingen in Dundee met de naam Camperdown:

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1997 | | pagina 27