26
en voor de gewonde krijgs- gevangenen in
Engeland. Met de Engelse regering werden
afspraken gemaakt over het overmaken van de
gelden.
Voor de gevangenen werden ook in de kustdor
pen collecten gehouden om het leed van deze
mannen te verzachten, zoals op 8 september
1798 tijdens de vergadering van de municipali-
teit van Den Helder, "is ingebracht door den
burgers Jacob Gauw en Aarjen Klaasz Rijkers
de gecollecteerde gelden welke alhier op deese
plaatsen zijn gecollecteerd ten behoeve van de
gevangenen de welke zig van hier in Engeland
bevinden bedragende alhier aan den Helder een
zomma van drie honderd en twee en veertig
gulden, drie stuijvers en twee penningen". De
gevangenen brachten onder andere hun tijd
door met beeldsnijwerk uit beenderen en het
inleggen van snijwerk. Plaatselijke gebouwen
als de Peterborough Cathedral werden meester
lijk nagemaakt en zijn tot op heden te bezichti
gen in het museum in Peterborough. De gevan-
genis Norman Cross sloot in 1814, na de Fran
se Periode, en werd in 1816 afgebroken. Hout
werk, afkomstig van de gebouwen, werd herge
bruikt voor de bouw van houten huizen in de St.
Leonard Street, Peterborough. Lange, brede
planken werden als gevel gebruikt. Afbraak in
deze eeuw maakte een einde aan de unieke
woningen. Op het terrein van de voormalige
gevangenis bevinden zich nu nog de huizen van
het barakhoofd en officierswoningen. Verder
een hotel en een drukke verkeersweg die door
de bosachtige omgeving loopt.
Veel van de officieren werden in Yarmouth eerst
vastgehouden in de Ship Inn, een herberg aan
de Greyfriars Way, die tot op heden nog steeds
in gebruik is, nu als pub, in Yarmouth bekend
als "the Ship". De bevelhebbers en hun officie
ren werden naar Weye in Kent of Eye in Suffolk
gebracht, tot hun invrijheidstelling was daar
met de Engelsen een goede verstandhouding.
Na alle formaliteiten zat het Nederlandse
Gevangenis
nan Cross.