ROOMS KATHOLIEKE KOSTERS
IN DEN HELDER.
13
In mijn publikaties "12 Eeuwen katholicisme
aan het Marsdiep" en "Nieuwstad" besteedde ik
weinig of geen aandacht aan de kosters die in de
loop der tijden aan een van beide kerken ver
bonden waren. Aan een verzoek om dit hiaat
aan te vullen is niet eenvoudig te voldoen.
Ondanks hun belangrijke funktie, zeker in de
tijd van "het rijke roomse leven" gaven de notu
len van het kerkbestuur vrijwel geen informatie
over hun benoemingen of ontslagen. De kasboe
ken spreken meestal slechts over "de koster".
Toch lieten de bronnen mij niet geheel in de
steek. Op 2 oktober 1866 werd aan koster Jan
Berkhout ontslag aangezegd en diende hij ook
de woning naast de Petrus en Paulus kerk te
ontruimen. Ergernis gevend gedrag van zijn
dochter was de reden voor deze harde maatre
gel. Hoe lang Berkhout zijn taak heeft vervuld
is niet bekend, doch langer dan zes jaar heeft hij
niet naast de kerk kunnen wonen want de drie
huisjes die de ouderen onder ons nog goed
gekend hebben, werden daar in 1860 gebouw.
Zijn opvolger was Gerrit Bosch die op 30 okto
ber 1866 als zodanig in dienst trad. Tegen bet
aling van 25 cent per week werd voor hem een
zijraam aan de kosterswoning aangebracht ten
einde religieuze artikelen als kerkboeken en beel
den, rozenkransen en wijwatervaatjes te etaleren.
Waarschijnlijk dreef hij deze nering reeds eerder.
Dit meen ik te mogen concluderen uit het feit dat
hij in 1852 reeds bidprentjes voor de overleden
parochianen verzorgde. Hij verrichtte zijn taak
onder vier pastoors, de heren J.S. van Buchem,
B.W. Brinkman, H.W. Klauwers en W. Huyg en
vierde op 1 november 1906 zijn veertigjarig
jubileum. Op 23 juli 1874 diende Haarlems bis
schop Gerardus Petrus Wilmer aan 387 perso
nen het heilig vormsel toe en op 9 juni 1885
vormde Mgr. C.J.M. Bottemanne 399 personen.
Voor koster Bosch waren dit buitengewoon
drukke dagen. Ter gelegenheid van zijn veertig
jarig jubileum ontving hij als blijk van waarde
ring een eenmalige uitkering van f 60,00. De
herinnering aan koster Bosch bleef nog lang
voortleven onder de parochianen die tijdens de
wintermaanden bij hem een warme stoof bestel
den voor tijdens de dienst. Deze stoof werd al
gauw "een gerritje" genoemd. Nog bij de sloop
van de kosterswoning in de zeventiger jaren
kwam een aantal van deze "gerritjes" van onder
de vloer te voorschijn. Het waren eikehouten
stoven met daarin een aardewerk test.
Aan de Onze Lieve Vrouwekerk deed in 1886
de heer Pels dienst als koster. We kennen hem
uit een foto uit 1896 waarop hij staat met kape-
De Petrus en Pauluskerk ca. 1938.