77
STRANDINGEN/SCHIPBREUKEN
25/26 september: "Het Zweedsche schooner-
schip Bernardina, kapt. G. Olofsen, met rogge
van Riga naar Schiedam. Dit vaartuig is op
'de razende bol' verzeild geraakt, het onderste
boven geslagen geheel verbrijzeld. De equipa
ge (7 personen) is den volgenden morgen door
een loods-rinkelaar behouden te Nieuwediep
aangebragt".
18 december: "Het Amerikaansche koopvaardij
schip General Chamberlain, kapitein W. Morse,
met guano, gedestineerd Hamburg, verzeild
geraakt op de Zuidergronden. Van de equipa
ge zijn 4 man, waaronder de Engelsche loods,
met een boot van het schip gegaan, en waar
schijnlijk verongelukt. De overige 14 perso
nen (waaronder de kapitein en zijne dochter)
zijn met de reddingboot gered en te Nieuwe
diep aangebragt. Schip en lading zijn weg. De
reddingboot werd door een der sleepbooten
van de sleepboot-maatschappij naar het wrak
gevoerd. Deze redding heeft wederom de doel
matigheid bevestigd van het daar ter plaatse
aanwezig zijn van een grootere boot dan de
gewone. Vroeger toch konden geen reddingen
zoo ver in zee plaats hebben".
In december: "Een vaartuig genaamd Socie-
tate geheel verbrijzeld".
ARMWEZEN
De strenge winter van 1870 en op 1871 belem
merde of verhinderde "velerlei arbeid", zorg
de voor hoge prijzen van "velerlei levensbe-
noodigdheden" en leidde tot veel zieken of
zelfs doden. Na de winter was er echter ruim
werk. De particuliere Helderse bank van
lening beleende 13.431 panden, loste er
12.920 en verkocht er 115. Op panden werd
voor bijna 45.630 gulden aan voorschotten
gegeven, waarop bijna 43.000,00 is terug
betaald; de interest was 16 procent.
De spaarbank telde 275 deelnemers met een
totaal kapitaal van dik 25.000 gulden; in 1871
werd bijna 8.00,00 uitbetaald. Het rente
percentage was drie. Den Helder telde blij
kens de opgaven in het Provinciaal Verslag
geen zieken- en begrafenisfondsen, geen hulp
bank (voorschotten voor (kleine) neringdoen
den) en geen woningbouwverenigingen (bete
re woningen voor arbeidersgezinnen).
WATERSTAAT
De Koopvaardersbinnenhaven werd verdiept tot
zes meter onder het "Schermerboezemzomer-
peil". Voorts is het kanaal verdiept "van het
tweede pontveer over de Koopvaardersbinnen
haven tot de geul tusschen de Koopvaarders
schutsluis en de brug over de mond van het
Staatsspoorwegbassin aldaar".
"De Heldersche zeewering met de daar voor
liggende hoofden en het Wierhoofd te Nieuwe
diep is ten koste van de provincie aanmerke
lijk versterkt en een rijweg daarop aangelegd,
terwijl op het Wierhoofd een steigerwerk is
gemaakt".
De regenval in 1871 was minder dan normaal.
In plaats van 675 viel er 603 mm; alleen sep
tember was zeer nat.
WEGEN
De gemeente liet een kaaimuur van zuilenba-
zalt maken langs het Molenplein. De le en 2e
Vroonstraat werden bestraat en in "eenige
dwarsstraaten zijn riolen gelegd". Het hoofd
riool in de Nieuwstad is met 166 meter ver
lengd. Langs de dijk werd een straat voor
voetgangers gemaakt van de Postweg tot het
Westplein, lang 465 meter, en "langs de hui
zen op den dijk in de Dijkstraat, lang 250
meter".
LANDBOUW EN VEETEELT
Het Koegras of Buitenveld omvatte in 1841
nog "dijken, uiterwaarden en lage landen",
maar later werd het vooral "grasland'. De prij
zen van land bleven stijgend; een weiland van
vrijwel een hectare moest 2500 gulden
opbrengen, exclusief de bijgevoegde lasten
van 112,50.
Er was toch nog heel wat akkerbouw in Den
Helder: 2 ha tarwe, 30 ha rogge, 38 ha zomer-
gerst, 73 ha haver, 2 ha erwten en 28 ha aard
appelen. De veestapel omvatte 315 paarden,
20 (muil)ezels, 1374 runderen, 3293 schapen,