90 Smit in 1823 stierf bleef Geertruida met drie kinderen Smit achter. Ze besloot een kostgan ger in huis te nemen en dat werd Theophilus Jacobus Tinkelenberg. Inmiddels was de toe loop op de werf aan het Nieuwediep zodanig toegenomen dat Jan Lastdrager en zijn zoon Simon besloten samen hun krachten in te zet ten voor het Helderse bedrijf. De werf "de Eikenboom" lieten zij aan het personeel over doch helaas overleed vader Jan hier op 63 jari ge leeftijd, op 8 juni 1848, na een korte en hevige ongesteldheid. Gedwongen door de tijds omstandigheden besloten de erven om hun werf te Medemblik van de hand te doen. In januari 1849 lieten zij hun scheepswerf aan de Pekel haringhaven veilen. De onroerende goederen bestonden uit: 1. Een in volle werking zijnde scheepstim merwerf (met hellingen en sleden, kanthel ling met kettingen enz.); 2. woonhuis met tuinkoepel; 3. twee loodsen of bergplaatsen; 4. een huis, gedeelte van de voormalige stads- timmerschuur; 5. huis en erf; 6. huis en erf; 7. boomgaarde Pekelharinghaven; 8. huis en erf; 9. weiland en bouwland. De eerste drie nummers werden opgehouden op 1.720,00 en in massa gemijnd door de Medem- blikker smid Theophilus Jacobus Tinkelenberg en zijn zoon Willem voor 1.722,00. Een twee de zoon van Theophilus en Geertruida Kraay- kamp was Jacobus Theophilus, geboren op 14- 03-1831. Beide zoons werkten met hun vader samen op de werf. Toen ook Jacobus getrouwd was te Medemblik op 12 augustus 1855 met Antje Wijn Witlok, besloten de drie scheeps bouwers om een vennootschap onder firma op te richten onder de naam "de firma Tinke lenberg en zonen". De werf kreeg de naam "De Hoop". Vader Theophilus is dan 59 jaar, Willem 30 en Jacobus 24 jaar. De vennootschap heeft niet lang bestaan. Door het verzanden van de haven kreeg de werf gebrek aan opdrachten. Bovendien moesten zij zien dat de Lastdragers in Den Helder volop werk hadden. Ze beslo ten ten slotte de vennootschap te ontbinden. Het is 19 december wanneer er weer veiling wordt gehouden aan de Pekelharinghaven. De beide broers Tinkelenberg trokken naar het Nieuwediep waar zij werk vonden bij de hun bekende familie Lastdrager. Dat hield tevens het einde in van de werf "De Hoop" in Medemblik. Vader Theophilus en zijn vrouw bleven op het Vooreiland wonen en na het over lijden van Theophilus op 18 december 1868, 72 jaar oud, kocht zijn weduwe Geertruida Kraaykamp een huis aan de Westerhaven waar zij op 82 jarige leeftijd stierf. Een van de zoons van Jan Lastdrager was Simon die in Medemblik trouwde met de dochter van een luitenant, Margaretha Magdalena Domin. Zij was pas 19 jaar toen ze trouwde en kinderen kreeg. Vermoedelijk is zij jong gestorven want Simon hertrouwde op 22 juni 1855 met een Amsterdamse weduwe, Machtilda Barbara Lelz. Zij was 17 jaar jonger dan Simon en kreeg ook uit dit huwelijk kinderen. De werf floreerde naar aller tevredenheid. Na een stormachtig najaar wist het dikwijls te gebeuren dat er zoveel schepen met zeeschade binnenliepen dat ze niet direkt geholpen konden worden en elk zijn beurt moest afwachten. In de bloeiperiode van het Nieuwediep hadden de scheepswerven kennelijk de wind in de zeilen. Het kan niet anders of de eigenaren moeten behoorlijk heb ben verdiend en een vermogen hebben ver gaard. Dit bleek vooral bij het overlijden van de scheepsbouwmeester Simon Lastdrager in 1863, op 53 jarige leeftijd. Aangezien er min derjarige kinderen tot de nalatenschap gerech tigd waren diende het gehele vermogen te wor den gerealiseerd en op een openbare veiling worden gebracht, ook al bleef het gros van de bezittingen in handen van de familie. Onge twijfeld werd deze veiling de grootste openba re veiling die notaris Hidde Bok in Den Helder heeft mogen leiden. De beschrijvingsbiljetten vermelden onder meer de gehele scheepstim merwerf: "De Eikenboom" met inventaris en toebehoren, tien huizen met erven plus een schoolgebouw, een aandeel van 500,00 in de

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1997 | | pagina 22