81 reur in Oost-Europa. In 1927 trouwde hij met de uit Den Haag afkomstige Betsy Koekoek, die hem twee dochters, Nedivo (1928) en Jiska (1931), en de twee zonen, de tweeling Menachemja en Pinkas (1934) schonk. Het gezin vestigde zich in één van de huizen van de in de beginjaren dertig gereedgekomen Soembastraat. Pinkhof, die de tradities uit zijn jeugd voort zette en strikt volgens de joodse wetten leef de, werd een vooraanstaand lid van de Helderse joodse gemeente. Hij verving zonodig de voor zanger in de synagoge en blies de ramshoorn bij het joodse Nieuwjaarsfeest. Maar ook in het culturele leven van de marinestad speelde hij in de jaren twintig en dertig een belangrijke rol. Zo was hij ondermeer één van de oprichters en jarenlang voorzitter van de plaatselijke kun stenaarsvereniging "De Noorder Kunstkring". Dat hij als kunstenaar een grote liefde voor de plaats waar hij woonde en werkte had opgevat, blijkt uit het grote aantal tekeningen en schil derijen dat hij maakte van Helderse figuren als Dorus Rijkers, Jacob Been, Tabbie en meester Hoek en allerlei stads- en havengezichten. Op 29 februari 1923 verscheen zijn befaamd geworden pentekening 'De Oude Helder onder de sneeuw' in 't Juttertje, het zaterdagse bij voegsel van de Helderse Courant. Deze teke ning vormde het begin van een lange reeks illu straties voor 't Juttertje, een serie die werd voortgezet tot in 1927. Andere bekend gewor den tekeningen zijn 'De Golfbreker', een op kunstdrukpapier gedrukte bijlage die in decem ber 1923 aan de lezers van de Helderse Courant werd geschonken, enkele impressies van het Vrouwen bij een kraam met doeken op de markt in Den Helder, houtsnede, ca. 1922. Vissersboten in de haven van Den Helder,zwart krijt, 1932.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1997 | | pagina 13