350 varkens, alsmede 75 bokken en geiten.
De longziekte tastte 32 runderen aan, waar
van er twee stierven, zes herstelden en vieren
twintig door de veehouders geslacht werden.
"De heer W.H. Lampe, districtsveearts te
Purmerend, is van rijkswege aangesteld tot
keurmeester van het vee dat te Helder naar
buitenslands wordt uitgevoerd. Twee landlie
den (boeren) zijn voor 25 gulden per jaar aan
gesteld tot keurmeesters van het vee".
VISSERIJ.
Op de afslag werden verhandeld "29.638
kabeljaauwen, 2594 lengen, 292 heilbotten,
774 tarbotten, 321.303 schelvisschen, 43.115
roggen, 281.834 tongen, 902 wigtjes (weet
iemand wat een wigtje was?, LFvL) groote en
3934 wigtjes kleine schol, tot een gezamen
lijk bedrag van 147.381,21". Drie personen
visten circa 20.000 kilo wier op en verkoch
ten het, na droging, voor vierenhalve gulden
HANDEL, NIJVERHEID EN SCHEEP
VAART
Den Helder telde in 1871 de volgende 'fabrie
ken': de gasfabriek met 11 manlijke werklie
den (weekloon 6,00 -
15,00), een stoomhoutzagerij met een werk
man (ƒ8,00), een windkoren-, pel- en tras
molen met twee werklieden
8,00) en de stoommetaal- en ijzergieterij
met 44 werklieden 6,00 -
20,00) en zes jongens 3,00 en meer) van
Bosch Reitz.
per honderd kilo. De schelpenvisserij te Huis
duinen leverde 25 kubieke meter op.
BUITENLANDSE HANDEL
Uit Noorwegen, Rusland, Pruissen en vooral
Zweden werd ongeveer 50.000 ton gezaagd
en sterk overwegend ongezaagd hout inge
voerd. Uit Engeland kwam 130,5 miljoen kilo
steenkolen met zeilschepen en 9,5 miljoen kilo
met stoomschepen naar Den Helder.
De uitvoer naar Engeland omvatte: 4325 run
deren (voor de helft kalveren), 339 varkens
78
gezicht op het JVfolenplein
Het Molenplein waar de gemeente een kaaimuur van zuilenbazalt liet maken.