HELDERSE VUISTEN VOOR DE PAUS
47
veertigjarig jubileum van het Helderse korps
wordt sterk de nadruk gelegd op de aanwe
zigheid van een aantal "vooraanstaande inge
zetenen", die zich bereid verklaard hadden een
"feestwoord" te spreken. Genoemd worden o.a.
ds. Hoek (rechtzinnig hervormd), de heer de
Böck, hoofd eener Christelijke school en de
heer Gratema, Commissaris van Politie.
Jammer genoeg wordt op geen enkele wijze op
het gesprokene ingegaan. De commissaris
sprak "wel overdacht" en "welgemeend".
Uiteraard, maar waarom niet "dankbaar"?
Dankbaar als politieman voor iedere bekeerde
dronkaard? Er wordt overigens op geen enke
le wijze gesproken over het echte werk in
"sloppen en stegen". Slechts een enkele keer
wordt er iets verteld over het optreden naar
buiten: "In marsch trokken wij samen naar de
kermis, die wij op onze wijze gingen sluiten.
Meer dan vijfig makkers vormden tegenover
"Het hoofd van Jut" een kring. Honderden luis
terden, kerk-christenen en Heilssoldaten zon
gen met opgestoken hand: "Er ruischt langs de
wolken" (juli 1934). De notulist houdt het o
zo netjes: Hoofd-van-Jut, terwijl iedereen toch
echt over de Kop-van-Jut sprak.
TWEEDE WERELDOORLOG.
Niets, totaal niets over de toch zo zware cri
sisjaren en de grote armoede in de Visbuurt.
Niets ook over de oorlogsdreiging, die toch
al zo heel lang voelbaar was. Over de mei
dagen van 1940 alleen dit: "Ontroerende
Zondagmorgen onder leiding van Kapitein
Bouwmeester, eerste zondag in oorlogsbrand
(12 mei) om te luisteren naar de prediking van
In de negentiende eeuw te mogen worden gebo
ren gold volgens de geestdriftige feministe
Johanna Naber omstreeks 1865 als het eerste
fortuin dat een mensenkind in zijn wieg kon
vinden. Stoom en ijzer begonnen het aanschijn
der aarde te veranderen. Het lichtgas verdreef
verlossing door het bloed van Jezus Christus.
Muziekkorps en zangbrigade verlenen steeds
hun medewerking." Als de Legerzaal aan de
Spoorgracht no. 35 verbouwd moet worden
vindt men onderdak bij "buurman" Schaap in
dansschool "Mouton".
ERKENNING.
Men is zeer vereerd als burgemeester
Ritmeester de verbouwde Legerzaal wil "over
dragen aan de commandant". "Er is een tijd
geweest," zei hij, "dat de mensen U belachten.
Men vond hun uniform en liederen zo vreemd.
Maar gij hebt doorgezet met een ernstige wil
en nu zal er niemand zijn die niet wil erken
nen dat U een grote macht ten goede hebt."
Nog duidelijker is die erkenning wanneer bij
het zestigjarig jubileum behalve de plaatselijke
predikanten en het gemeentebestuur, waaronder
burgemeester Mr. G.D. Reehorst, ook de
Commandant Zeemacht Nederland J.J.L.
Willingen aanwezig is. Vijf jaar later (1956)
erkent ds. J. Borghardt (rechtzinnig hervormd)
het Leger als gelijke van de overige kerken:
"Men doet te kort aan de grootheid van Gods
werk, wanneer men het denkbeeld koestert, dat
de eigen kerk de enig juiste is. Wij zijn blij dat
het Leger des Heils er óók is."
Het Leger des Heilskorps Den Helder is er nog
steeds, sedert enkele jaren zelfs in een nieuw
onderkomen op de Vismarkt, op de plaats van
de vroegere "bewaarschool" van het Nut
(Vismarkt 22)
J.T. BREM ER
alle duisternis en het continent werd een een
heid door de triomf van de ijzeren spoorweg,
die uitgaande van het westen, de
Donaumonarchie, het Balkan-schiereiland en
Rusland zou gaan ontsluiten. Na eindeloos
gediscuteer, gefeest en gedans had het Weener