45
hier het vuur zal worden geopend. Men mag in
dit geval wel de zorg nemen geharde soldaten
te zenden, want het klimaat is hier 's winters
nogal bar en guur". De verkenners, die in het
volkslogement "De luis aan de ketting" in de
Middenstraat logeerden, achtten de stichting
van een "legerkwartier" in Den Helder blijk
baar gunstig, want een jaar later was de stich
ting van het korps Den Helder een feit.
CAFÉ-CHANTANT
Op dinsdag 12 december 1890 werd de eerste
bijeenkomst van het korps Den Helder (korps
nummer 45) gehouden in het voormalig café-
chantant Victoria Concert Hall. De plaats van
het verenigingslokaal was goed gekozen. Vooral
sedert het midden van de vorige eeuw ontwik
kelde Den Helder zich in snel tempo tot een
belangrijke havenstad en waren er langs deze
gracht-van-plezier veel café's, hotels, tingeltan
gels en bordelen gevestigd, waar vermoeide
zeelui uit alle 's Heren landen zich konden ont
spannen. Door de totstandkoming van het
Noordzeekanaal (1876) was echter in de jaren
tachtig een snelle achteruitgang gekomen van
het aantal koopvaardijschepen, dat via Den
Helder naar Amsterdam voer. Diverse café- en
restauranthouders gingen dan ook failliet. Zo
ook de eigenaar van het café-chantant dat tot
verenigingsgebouw van het Heilsleger werd
getransformeerd. Het waren moeilijke jaren
voor Den Helder, zeker voor de bewoners van
dit havenkwartier. Een ideale vestigingsplaats
dus voor de brengers van "soup, soap and sal-
vation", soep, zeep en heil!
VROUWELIJKE OFFICIEREN
Het Heilsleger had géén moeite met de vrouw
in het ambt. De eerste officier van het Helderse
korps was Kapitein Kate van Velthuyzen. Ook
de beide luitenants waren vrouwen. "De zaal,
die naar gissing een paar honderd menschen
kan bevatten, was stampvol. Hoe groot het aan
tal "heilsbegeerigen" en hoe groot het aantal
"nieuwsgierigen" was, is moeilijk uit te
maken." Aldus het oudste notulenboek van het
korps: "Zo nu en dan had een kleine stoornis
plaats; toch was het een goede avond." Ook de
krant meldde dat "in weerwil van het talrijk
opgekomen publiek de orde geen ogenblik
verstoord werd en de aanwezige politiemacht
(behoefde) niet handelend op te treden, zoals
zulks in andere plaatsen waar het Leger bin
nenrukte moest geschieden." De krant voegde
er nog aan toe: "De exercitiën (^bijeenkomsten)
van het Leger zullen voortaan op iedere werk
dag 's avonds en des zondags viermaal daags
gehouden worden."
ZWEEDSE HEILSSOLDATEN.
Een tweetal Zweedse heilsoldaten, dat zich aan
boord bevond van het Zweedse stoomschip
"Ninian Paton" dat op de Razende Bol verging
(3 december 1907), werd volgens het notulen
boek door "twee onzer makkers die met ande
ren in de reddingboot uitvoeren, gered." Dorus
Rijkers, die de leiding van de reddingboot had,
stond het wel aan dat onder de geredden, te
weten de uit achttien personen bestaande
bemanning én negentien Helderse vletterlui die
een bergingspoging wilden doen maar niet meer
van het schip afdurfden, zich ook twee vrou
wen bevonden: "Toen ik eindelijk vrij van het
schip kwam, zei ik, nou mag ik wel een zoen
Uit het opschrift op de achterzijde dateert
deze opname uit 1916. De plaats van de
'openluchtsamenkomst' is het Koningsplein
met op de achtergrond de tuinmuur van de
Petrus en Pauluskerk. Gezien de grote
schare luisteraars zal het tijdstip wel op een
zondagmiddag zijn geweest.