HET TUINDORPSE SPOORBRUGGETJE 1939.
67
Toen de spoorlijn nog begon bij het Koningsplein
vormde de overweg de verbinding tussen
Boerhaavestraat, Lorentzstraat en het eerste deel
van de Brakkeveldweg aan de westelijke kant en
de Parallelweg, de Sluisdijkstraat en de
Ruyghweg aan de oostelijke zijde. Waar de
Brakkeveldweg van de spoorlijn afboog naar fort
Dirksz Admiraal kreeg je langszij de spoordijk
de Anemonenstraat die even voorbij de
Dahliastraat doodliep op de binnenliniegracht. De
trein passeerde daar over een spoorbruggetje, ver
volgens dad je de doorbraak van de spoorlijn door
de Linie, en op de laatste voor de oorlog ver
schenen plattegrond - die ik allang kwijt ben - en
op die welke werd bijgeleverd bij de eerste druk
van "Den Helder stad van mijn dromen" is nog
te zien dat er ook een spoorbrug lag over de bui-
tenliniegracht en bovendien nog twee over de fort
gracht die de uitstekende oostelijke punt van het
fort omringde.
Het spoorbruggetje over de binnenliniegracht aan
het eind van Tuindorp met de doorgang van de
spoorlijn, daar vond ik in 1939 als jongen een
van de mooiste plekjes. Ik kwam er overigens
zelden. Alleen als mijn broer mij achter op de
bagagedrager van zijn fiets meenam en dat zal
tot enkele keren zijn beperkt tegen of in het begin
van de zomer van dat jaar, toen ik ongeveer elf
en een half jaar oud en een fervent spoorwegen-
thousisast zijnde, in de vijde klas zat en hij net
zijn eindexamen HBS achter de rug had.
Het gebeurde aan het eind van de middag om dan
eerst de personentrein uit Alkmaar te kunnen zien
voorbij rijden die half zes op het station aankwam
en vervolgens de direct daarop vertrekkende goe
derentrein, en dan nog eens de personentrein, die
om kwart voor zes weer naar Alkmaar ging.
Die personentreinen, gewoonlijk 5 tot 7 wagens
tellend, werden meestal getrokken door een ten
derlocomotief van het type 5800 (twee versies)
6000 of 6100, die naar het uitkwam vooruit of
achteruit reden, soms ook door een 1600 of 1700.
De goederentrein bestond uit een goederentrein
locomotief van het type 3200 of 3400 met een
variërend aantal wagens, zo'n 15 tot 20 of meer.
Door zijn minder grote vaart, door zijn lengte en
door de vele verschillende wagenvormen leverde
de goederentrein een veel boeiender gezicht op
dan de personentrein. Je had de Nederlandse zwar
te gesloten goederenwagens, open hoge en lage
bakwagens, Duitse rode, Belgische groene, witte
koelwagens, ketelwagens van diverse merken en
als sluitstuk doorgaans een groene bagagewagen.
De wachttijd benutte ik om het spoorbruggetje
met omgeving te tekenen, in klad, zo dat ik het
thuis kon uitwerken. Ik deed dat omdat ik te zij
ner tijd een spoorwegtafel dacht te maken, een
tafel met daarop een spoorweg met toebehoren,
een verkleinde nabootsing van de werkelijkheid
en daartoe behoorde dan ook het spoorbruggetje
over de Liniegracht en de doorgang door de Linie.
Zowel mijn broer als mijn zuster hadden een foto
toestel, een box, ze gebruikten die zo zeldzaam
dat ik er helaas niet om dacht dat er zoiets als
fotograferen bestond en dat ik zelf opnamen zou
kunnen maken.
Ik maakte drie potloodtekeningen. De eerste teke
ning toont een zijaanzicht van het bruggetje met
een achteruit rijdende 6000 tenderloc en links op
de achtergrond de Onderzeedienstkazeme. De
tweede tekening, eveneens een zijaanzicht van het
bruggetje, laat een 3200 goederentreinloc zien.