UIT: DE HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER
COURANT VAN 19 SEPTEMBER 1861
60
.Aan de Redactie,
De schrijver eener naamlooze brief is volgens
de publieke opinie een lafaard, en verraad een
zeer laaghartig karakter, doch wanneer een dus
danige brief nog opgevuld is met beleedigin-
gen, en met het doel om personen of zaken in
het duistere te treffen, dan is de vorige tytel
nog te schoon; dan is een dusdanige schrijver,
volgens alle erkende maatschappelijke begin
selen, een schurk, die zijn vijand niet onder de
oogen durft te komen en steeds in het duister
rondwoelt.
Ieder mensch die gezond verstand bezit zal het
leezen eener dusdanige brief, met medelijden
door den ongelukkigen schrijver bezielen, die
zich soms niet ontziet, om met zijne giftige
tong de hartader van familiën, bijzondere per
sonen of zaken op onmedoogende wijze te
kwetsen of af te steken.
De brief zelfs, vergunt men een plaatsje op dat
kantoor, waar keizer, koning en bedelaar dage
lijks gebruik van maken.
Dit in antwoord aan den laffen ellendeling die
zijn naam niet heeft durven plaatsen onder de
honende uitdrukkingen, waarmede eene aan ons
gerigte brief overladen is, dezelve niet eens aan
den briefpost durfde toevertrouwen, maar door
van insluiping (even als een dief) op ons zang
koor, dezelve onder het deksel van het klavier
des orgels nederlegde.
DE DIRECTIE VAN HET ZANGKOOR DER
R.C. KERK TE HELDER EN NIEUWEDIEP
Enige grepen uit de correspondentie van deken
Jan Van Gent te Alkmaar aan zijn vriend pas
toor van Buchem te Den Helder.
Alkmaar, 15 maart 1849.
Als Gij mijne hoofdomloopende drukte eens
zaagt wanneer het op een inpakken gaat van
30 onderscheidene gedrukte en geschreven
papieren, en in aanmerking neemt dat die paket
jes lings en rechts met schuiten, stoomboten,
wagens, te voet en te paart op verschillende
uuren vertrekkende, moeten afmarcheeren, ter
wijl bengels van afvarende schuitjes en barges
roepen dat ik mij haasten moet en de hoorn
van de afrijdende diligence mij spottend toe
roept: t is te laat' dan vriend! zult Gij U
niet verwonderen, dat ik in de eene pak een
briefje te veel, en in de anderen een dito te min
stopIk stuur U Ewde. dezen met een mari
nier, omdat Gij veel van Militairen houdt en
dat volk ook wederkerig gaarne met U te doen
heeftmaar vooral omdat deze Jongeling een
oude kennis van mij is die nu naar Westindiën
gaat en uit dien hoofde aan U Ewde voor zijn
vertrek recht hartelijk wordt aanbevolen door
U Ewde bestendigen vriend,
J. VAN GENT
Alkmaar, 9 juli 1852
ik ben zoo zwart als een nikker, overigens
heel wel, met mijn volkje vanuit Kevelaar
teruggekeerd; en daar de hitte nog niet wil bed
aren, gevoel ik weinig lust, om naar de Helderse
kermis te gaan, ik zal mij vergenoegen met er
de groetenis door U Ew. van gekregen te heb
ben - doch ja, ik wenschte toch wel wat van
de kermis te hebben, en het is door Uwe goede
gedienstigheid en verplichtende bereidwillig
heid dat ik zulks hoop te bekomen. Bestel S.v.p.
een half anker Pisporter voor mij bij den Heer
Prins voor den zelfden prijs als hij ze aan U
Ew levert.
Alkmaar, 23 mei 1856
den volgende dag word er aan Den Burg
gevormd, maar na de middag naar t diné komt