EEN FAMILIEDRAMA IN 1867
DE BUNKER
448 3'°
In aflevering 17 van de boeiende reeks
"Helderse jaren 1851 t/m 1875" van de hand
van de heer L. F. van Loo, in het maart-num
mer van ons verenigingsblad, wordt gesproken
over de Medische Politie. Het betrof hier het
jaar 1867 toen er mensen stierven aan cholera,
terwijl er ook typhus heerste, waarbij 26 doden
te betreuren waren.
Het is misschien wel interessant voor de trouwe
lezers van ons blad om hierover iets naders te
vernemen en met name over de toen nog veel
voorkomende cholera. In onze familie over
leden hieraan namelijk zeer kort na elkaar vier
personen uit één gezin, zo is ons bekend.
Een oude tante die de achtergebleven weduwe
goed gekend heeft (zij was 15 jaar oud toen
deze stierf), vertelde ons daar wel over. Ook mijn
moeder was van de gebeurtenissen op de hoogte.
Het betreft hier het gezin van mijn overgroot
ouders met zes kinderen in de leeftijd van 0-9
jaar (één kind was maar 8 maanden oud geworden).
In het bewuste jaar 1867 in de maand septem
ber stierven eerst een dochtertje van P/2 jaar
en anderhalf uur later mijn overgrootvader,
twee dagen later een jongetje van bijna vijf jaar
en weer drie dagen later een meisje van 3'/2
jaar oud. Mijn overgrootmoeder - die vijf maan
den in verwachting was - bleef zonder inkom
Reeds jaren vóór de oorlog waren er in en om
de stad schuilkelders en bunkers gebouwd. Een
van die bunkers in de duinen heeft tijdelijk
gediend als slaapplaats voor ons gezin. Het was
in het begin van de tweede wereldoorlog.
sten achter met drie zoontjes van resp. 9, 8 en
6 jaar. Een waar familiedrama, temeer omdat
tevens de bezittingen verbrand werden in ver
band met besmettingsgevaar! Wat kon de fami
lie anders doen dan bijspringen? Een kleine
troost was de geboorte van een meisje, enkele
maanden later. Zij zal wel met extra zorg
omringd zijn.
Vier jaar later is mijn overgrootmoeder her
trouwd; zij is 77 jaar geworden. Ikzelf ben een
afstammeling van het oudste zoontje van 9 jaar,
Albert Arie, wiens voornamen ik ook mag dra
gen. Weliswaar in een andere tijd dan de "goeie
oude tijd" van mijn overgrootouders. Wij
mogen ons gelukkig prijzen met de huidige
gezondheidszorg, waarbij besmettelijke ziekten
goeddeels uitgebannen zijn.
Om deze waargebeurde geschiedenis te toetsen
heb ik de registers van de Burgerlijke Stand
geraadpleegd. Daarbij viel mij het hoge sterfte
cijfer in 1867 op, nl. 528! Heel wat meer dan
het jaar daarvoor: 383. In 1868: 516 en in
1869: 400.
Ik meende u deze aanvullende gegevens niet
te mogen onthouden. Wellicht kunnen ze ons
een beter inzicht geven in het wel en wee van
ons voorgeslacht in de vorige eeuw.
A. A. KUK
Wonen in Den Helder was zeer onveilig en on
rustig. Vooral 's nachts kwamen veel vliegtui
gen overvliegen die soms ook de stad als doel
wit hadden. Het vele afweergeschut knalde en
blafte dan de lucht in, terwijl zoeklichten de