V» 13
MET VAANDEL EN STANDAARD
De militairen uit de regimenten die na 1815 ter
aarde werden besteld kregen allen een begra
fenis met militaire eer. Natuurlijk waren er door
de sterke hiërarchie in het leger verschillen in
de ceremonie en vooral verschillen in het aantal
manschappen die bij de lijkstaatsie (rouwstoet)
aanwezig moesten zijn. Zo meldt het "regle
ment voor den garnizoensdienst van 1815" dat
voor een generaal of de gouverneur "het gan-
sche garnizoen onder de wapen zal komen", en
voor de generaal-majoor het halve garnizoen.
Deze opsomming gaat tot aan de soldaat, voor
hem bestond de rouwstoet slechts uit een halve
escouade een detachement van 50 hoofden).
De grote lijkstaatsies bestonden altijd uit de
infanterie, aangevuld met de cavalerie en de
artillerie, waarbij de cavalerie te voet ging.
Deze manschappen droegen tijdens de tocht
naar de begraafplaats hun geweren verdekt
onder de linkerarm. Driemaal losten zij een
schot: bij het sterfhuis, bij aankomst op de
begraafplaats en als de kist in de groeve stond.
Voor een generaal werden ook kanonschoten
gelost. Het zullen indrukwekkende stoeten
geweest zijn die door de straten van Den Helder
naar de begraafplaats trokken terwijl onderweg
de mensen bleven staan en hun pet of hoed eer
biedig afnamen. Statig droegen vier collega's
van de overledene de vier slippen van het
doodskleed, de trommels waren met zwart
kleed overdekt en de trompetten met linten van
floers, boven de stoet toomde de met floers
omhangen vaandels en standaarden uit. Op de
Helderse begraafplaats waren deze begrafenis
sen voorbestemd voor onder andere: Dooitse
Eelkes Hinxt, Abraham Drieman, David Buys,
Nicolaas Bosma, Frederik Coertszen, C. von
Steiger en Hedde van Herwerden. Mannen hoog
in rang met de nodige onderscheidingen, waar
van er in strijd met de vijand ook nog een aan
tal moedig gestorven is.
DE TWEEDE WERELDOORLOG
Meer recent in het geheugen liggen de gebeur
tenissen uit de Tweede Wereldoorlog waarin de
gesneuvelde geallieerde militairen, zonder de
eer die hen toekwam, werden begraven op de
Algemene Begraafplaats en op het zuid-ooste
lijke gedeelte van de begraafplaats, tegen de
Jan Verfailleweg aan. Daarbij werd ook nog in
1940, door de Duitsers, een naast gelegen deel
gevorderd, wat eigendom was van het Rooms-
Katholieke kerkbestuur. Hiervan werd met het
gemeentelijke gedeelte een militaire begraaf
plaats gemaakt. In de zwarte oorlogsjaren 1940
- 1945 werden daar zowel Duitsers als Engel
sen, Nieuw Zeelanders, Australiërs, Fransen,
Belgen, Polen en Amerikanen begraven in rijen
van respectievelijk geallieerde of Duitse natio
naliteit. De overleden militairen werden vanuit
de hele kop van Noord-Holland bij de begraaf
plaats bezorgd, van lokaties tot en met de
Afsluitdijk en Medemblik. Volgens registratie
werden er 317 Duitsers en 180 geallieerden aan
de aarde van Huisduinen toevertrouwd. Onder
de geallieerde slachtoffers, uit door Duitsland
bezette gebieden, bevonden zich veelal piloten
al dan niet met hun bemanningsleden. Er vlo
gen vele nationaliteiten in dienst van de Royal
Air Force (RAF) zoals Australiërs, Nieuw
Zeelanders maar ook Polen. Soms werd er op
de staart van het vliegtuig de vlag van het land
van herkomst van de bemanning geschilderd.
Op de begraafplaats sprak men echter altijd van
een Engels vliegtuig of een Engelse vlieger of
bemanning. De overlijdensregisters vermelden
de trieste woorden als Engelse sgt. vlieger uit
Blackpool, Engelse vlieger New Zeelander,
Engelse vlieger pilot Royal Air Force, beman
ning van een Engels vliegtuig, Sgt. Maj. RAF
uit zee, drie in den luchtstrijd gevallen Engelse
vliegers (Polen)". De Amerikaanse piloten wer
den als "USA vlieger" bijgeschreven. In de
jaren direct na de oorlog vonden er herbegra
fenissen plaats in onder andere het vaderland
van de slachtoffers. De Amerikanen werden 18
februari 1946 opgegraven en naar Amerika
overgebracht. Daarna, in november van dat
zelfde jaar, verrichtte een Amerikaans team
onderzoek op de ongeïdentificeerde geallieer
den op de begraafplaats in een poging om hun
land van herkomst vast te kunnen stellen. De
Fransen werden 7 juli 1949 naar hun militaire