-
In 1838 bleef Onrust voor het
eerst ook bij vloed droog (fig. 4).
Tussen 1851 en 1908 legde deze
bank een afstand oostwaarts af
van 4 km. (plm. 70 m. per jaar).
Het aan zijn noordkant stromen
de Noordergat zwaaide kloksge-
wijs om, liep al in 1796 even
wijdig met de Texelse westkust.
Zijn as naderde steeds meer de
ZW-punt van het eiland, totdat
Onrust ten slotte omstreeks 1910
tijdens een zware storm het
Noordergat geheel met zand
opvulde, en dus met Texel ver
heelde (fig. 5). Tussen zijn "ont
staan" en "vergaan" waren 70 a
80 jaren verlopen....
DE HAMVRAAG
De hamvraag is nu dus: zal het
duo Noorderhaaks/Molengat de
zelfde cyclus doorlopen? Anders
gezegd: zal de Noorderhaaks zo'n
80 jaar na zijn "ontstaan" even
zuidoosten van de delta alweer een nieuwe
cyclus gestart met het ontstaan van een kleine
nieuwe geul c.a.
Sinds er redelijk betrouwbare zeekaarten van de
buitendelta van het Marsdiep beschikbaar zijn
ten behoeve van de scheepvaart - in 1583 teken
de Lucas Jansz Wagenaer de eerste: zie fig. 2 -,
is met behulp daarvan de beweging van geulen
en zandbanken ter plaatse duidelijk na te gaan.
Dan lijken zich in het noordelijk deel van de
delta vijf cyclussen te hebben afgespeeld en is
een zesde bezig zich te voltrekken, met "onze"
Noorderhaaks/Molengat. Verder zijn er een paar
niet tot volle ontwikkeling gekomen of nog in
een beginstadium. Voor de liefhebbers zijn ze
allemaal kort samengevat in de bijlage 3.
VOORBEELD
Ter verduidelijking volgen de lotgevallen van
het al genoemde duo Onrust/Noordergat wat
meer gedetailleerd.
94
"-v-s x/.
Fig. 2 Zo tekende Lucas Jansz Wagenaer de situatie rond
het Marsdiep in 1583. Univ. Bib!., A'dam). Opmerkelijk is dat
de hoofdgeul west-oost loopt: dat is in 1608 al sterk veran
derd. Het Spanjaardsgat is al een heel eind gevorderd bij
zijn noordwaartse ommezwaai, (zie fig. 3).
Fig. 3 zo zwaaide het Spanjaardsgat ruim 90°
noordwaarts om tussen 1530 en zijn
"stranding" op Texels westkust omstreeks 1740.
Zie cyclus 3 in de bijlage, (naar Sha, 1990).