tweemaal de sleeptros brak, gelukte het ons
genoemd vaartuig in de haven te krijgen, waar
het te 01.30 u. werd gemeerd.
Wind noord-noordoost kracht 3 tot 4, buiig
weer met sneeuw, barometer 783.
Zoals reeds eerder vermeld leverde het bin
nenbrengen van de botter niets op. De eigenaar
van het schip had geen cent en het schip was
tegen dat soort calamiteiten niet verzekerd.
Ook voor de bemanning van de sleepboot
schoot niets over, zelfs geen mandje vis.
(Bij de sleepvaart is het gebruikelijk dat de
bemanning van een sleepboot na een geslaag
de berging een percentage van het bergloon
krijgt. Overwerk werd aan boord van die sche
pen echter nooit betaald).
Voor de zeesleepboten van Wijsmuller die in
Den Helder waren gestationeerd gold de vol
gende regeling:
De vertegenwoordiger (de agent in Den
Helder) genoot 1 van het eventuele hulp- en
bergloon. De bemanning van de sleepboot ont
ving van de eventuele bergingsgevallen-, of
ander inkomsten, buiten het Marinecontract
vallende, een premie van totaal 7% van het
netto-bergloon, verminderd met 30% voor
algemene kosten.
Na de capitulatie van de Nederlandse strijd
krachten op 14 mei 1940 is de UTRECHT, die
in Den Helder in reparatie lag, in Duitse han
den gevallen. Het schip is vervolgens op de
Rijkswerf aldaar tot hospitaalschip verbouwd
en werd geschilderd. Om aan te geven dat het
een Rode-Kruisschip was, werd een rood kruis
op de schoorsteen geschilderd. Op vrijdag 16
september 1940 vertrok de sleepboot, die door
de Duitse Kriegsmarine tot krijgsbuit was ver
klaard, als LAZ 33 (Lazarett-verband) met
onbekende bestemming. Het schip had een
andere bemanning; kapitein Van der Burg en
zijn bemanning weigerden namelijk voor de
Duitsers te varen.
Ondergebracht in het Lazarett-Verband werd
het schip spoedig uit het oog verloren. Uit
Duitse gegevens - opgediept in het Bundes-
archiv in Freiburg im Breisgau - blijkt dat de
UTRECHT eerst in Hoek van Holland werd
gestationeerd.
Vermeld wordt onder "Boote des Seenot-
verbandes": UTRECHT=LAZ 33 op 7-10-
1940 in Hoek van Holland binnengelopen.
Uit Duitse aantekeningen blijkt verder dat het
schip in januari 1941 ondergebracht werd bij
het Hafenschutzflottille in Kiel als Kabel Fern
Raumgerat Schlepper UTRECHT (Ubergabe
am Sperrkommandanten Westliche Ostsee für
einsatz bei der Hafenschutzflottille Kiel).
In oktober 1942 werd het schip als DPK 01
bij het Küstenschutzflottille Pommern onder
gebracht.
(An die Küstenschutzflottille Pommernküste
als KFRG-Schlepper DPK 01 gegangen und in
der A.- Gruppe vor Swinemünde eingesetzt).
Eind 1943 werd de UTRECHT als Vs 201 bij
het 2e Sicherungsflottille ingedeeld (anderung
der Flottillebezeichnung in 2. Sicherungs
flottille. Bootkennung daraufhin in VS 201
geandert).
De sleepboot is 12 juni 1944 in de
Greifswalder Oie (Pommerse Bocht) op een
mijn gelopen en gezonken (durch minentreffer
im Greifswalder Oie gesunken). Een maand
later, op 4 juli 1944, werd het schip gelicht en
naar Sassnitz gebracht. Hersteld werd het ech
ter niet (von KM geborgen nicht wieder i.D.
gestellt).
Bij de capitulatie van de Duitse strijdkrachten
in mei 1945 werd het schip in Sassnitz tot zin
ken gebracht (gesunken oder selbstversenkt in
Sassnitz). Een ongedateerd bericht vermeldt
dat het wrak later is gelicht en gesloopt
(geborgen und abgewrackt).
Een triest einde van een sleepboot die onze
vlag, niet alleen op de Nederlandse kust, maar
op alle wereldzeeën heeft hoog gehouden.
G. V.D. BURG
IM
102