64 Adriaan Quack, molenaarsknecht, geb. Huisd., 16 jr., geref. Hendrik Keesom, molenaarsknecht, geb. Zijpe, 13 jr., RK. Maartje Prins, geb. Huisduinen, dienstbode, 24 jr., geref, Huisduiner lijst: 7 personen, Guurtje Jongerling, 7 personen inclusief meid, knecht, 4 kinderen Kruk 1830 acht personen Reindert Kruk, geb. Lutjebroek, visserman, 35 jr., geref. Antje Dekker, geb. Den Helder, zijn vrouw, 33 jr., mennoniet vijf kinderen van 11 tot één jaar Jannetje Daalder, geb. Texel, wed., 62 jr., mennoniet Zwaan/ 1830 twee families in één huis; Veel Zwaan 4 pers., Veel 4 pers. Rens Zwaan, geb. Callantsoog, werk man, 28 jr., geref. Meis Mooy, geb. Texel, zijn vrouw, 25 jr., geref. twee kinderen van twee en een half Hendrik Veel, geb. Alkmaar, sjouwerman, wednr., RK drie kinderen van 10 tot 5 jr., geb. te Koedijk en Den Helder. Huisduiner lijst: Zwaan 7 personen, waarvan 5 kinderen, Veel 4 personen, waarvan 3 kinderen. De verschillen zijn opvallend; de Huisduiner lijst stemt niet overeen met de gegevens van de volkstelling van 1830. Maar van wanneer dateert deze lijst dan wel! De bovengenoemde Adriaan Goeman, korenmolenaar, overleed ongehuwd op 23 maart 1837. Rens Zwaan, die op 13 april 1826 als boerenknecht van Callants oog 25 jaar oud te Den Helder trouwde met Meis Mooy, 23 jaar, kocht op 9 januari 1827 ten overstaan van notaris Lodewijk Kluppell te Huisduinen een half huis voor 43 gulden. Het echtpaar had in 1830 twee kinderen, geboren in 1827 en 1829. Vervolgens werden nog vier kinderen tussen 1830 en 1840 geboren, terwijl één van de twee eerste kinderen in deze periode overleed. Van genoemde vier kinderen werd het laatste op 23 september 1839 geboren. Het gezin Veel bleef ongewijzigd, maar woonde niet meer met Zwaan in één huis. Uit deze steekproeven blijkt dat de ongedateerde lijst van Huisduiner inwoners niet bij de volkstelling van 1830 behoort, maar tot de telling van 1840 en ten onrechte in het regis ter van 1830 is ingeplakt. Hoewel er tussen 1832 en 1840 ongetwijfeld geringe verschui vingen hebben plaatsgevonden, mogen we aan nemen, dat het bevolkingsaantal ongeveer gelijk is gebleven. Van de 71 gezinnen bezaten 40 (56%) een eigen huis; 31 gezinnen (44%) huurden een huis of een gedeelte daarvan. Van de 306 Huisduiners waren er 126 (41%) vol wassen en 180 (59%) kinderen van 12 jaar en jonger. De cijfers geven over de jaren 1830 - 1840 een beeld van een zeer eenvoudige dorpsgemeenschap zonder kapitaalkrachtige uitschieters; een eigen kerk, raadhuis en school, een bakker, winkeliers, tapper, enige boeren- bedrijfjes; vervolgens enige zeelui, voerlieden, werk- en sjouwerlieden, enig personeel voor het kustlicht en een paar militairen. "Al lijkt het dorp vervallen, er wonen zeelieden die bij schipbreuk de reddingboot kunnen be mannen" had de voorzitter van de N.Z.H.R.M. in 1826 geschreven toen Gedeputeerde Staten overwogen het dorp op te heffen. Het dorp bleef bestaan, maar in zijn in 1875 gepubliceerde boek "Ontwikkelingsgeschiedenis en beschrij ving der gemeente Helder" schreef D. Dekker over Huisduinen o.m. "Het geheele dorp be stond nauwelijks uit een vijftigtal oude en ver- Den Helder, Kijkduin en fort Erfprins. Huisduinen 1858 met nieuwe kerk

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1996 | | pagina 8