WEGEN
De bestrating te Helder "vorderde geen buiten
gewone uitgaven". "De verbindingsspoorweg
van Haarlem tot Uitgeest werd voltooid en op
den lsten Mei voor het publiek in dienst ge
steld, waardoor de directe verbinding tusschen
Heider-Amsterdam-Rotterdam werd verkregen".
LANDBOUW
In verband met wering van de veeziekte (vee-
typhus) werd Den Helder, in plaats van Edam
(waar de ziekte geheerst had), aangewezen als
aanvoerhaven van vee uit onder meer Overijssel
en Drenthe. De provincie nam nog meer maat
regelen en met succes want de veetyphus ebde
weg, waardoor de koop- en huurprijzen van
grond weer stegen. In de gemeente Helder werd
65 bunder met haver beteeld; de gemiddelde
opbrengst was 28 mud per bunder. Door het
wisselende weer was er een "rijke overvloed
van gras", hoewel de tweede snede "zeer matig"
was vanwege de natte nazomer.
NIJVERHEID, HANDEL EN SCHEEP
VAART
De pachter van de visserij langs de Helderse
zeewering gaf op in 1867 te hebben gevangen
en afgeleverd: 1000 pond zeepaling a 0,34
het pond; 200-tal haring a 2 en 120-tal geep
a 6. De visserij buitengaats bracht hoofdza
kelijk kabeljauw, schelvis, rog, tong, heilbot en
schol aan de afslag, in totaal voor een bedrag
van ruim 44.000. Uit de bewaarplaats van
oesters werden circa 50.000 stuks grote tegen
40 de duizend en 330.000 kleinere tegen
34 de duizend afgeleverd. Langs de Helderse
zeewering werd 13.500 pond zeewier opgevist
en gedroogd voor de verkoop (tegen 2,50 per
100 pond) "welke nat achter den kaaimuur van
den zeedoksluis zijn verwerkt".
De schelpenvisserij te Huisduinen leverde 140
kub.el op. Scheepvaart Duizenden zeil- en
stoomzeeschepen, alsmede binnenvaartuigen
passeerden de Koopvaarderssluis van en naar
Alkmaar-Purmerend-Amsterdam en de Koop
vaardersbinnenhaven. In totaal losten en laad
den circa 375 zeeschepen in Den Helder, voor
al afkomstig uit Engeland (ruim 300) en
Scandinavië (50). Ze brachten er respectieve
lijk steenkool en hout. Door de twee stoom-
sleepdiensten (met elf slepers) op het
Noordhollands kanaal werden 2868 zeeschepen
van Amsterdam naar het Nieuwediep gesleept
en 486 naar Amsterdam. De provincie ver
leende toestemming (en subsidie) voor de
oprichting van een stoombootrederij voor de
verbinding Texel-Nieuwediep, op voorwaarde
dat minimaal twee keer per dag heen en terug
gevaren werd en dat alleen bij eventuele ijs
gang ijssloepen ingezet zouden worden "voor
de geregelde overbrenging van brieven, de
pêches (telegrammen) en pakketten". De rede
rij wilde een dag per week "stilliggen om de
stoomboot te kunnen nazien en schoonmaken".
Dat was accoord, mits "een geschikt, goed
bemand, overdekt zeilvaartuig" die dag de
dienst waarnam.
De twee scheepswerven deden dit jaar, zoals
meestal, alleen reparatiewerk. Y. Rodenhuis Pz
c.s. te Harlingen kregen vergunning voor een
stoomdienst tussen Harlingen en het Nieuwe
diep; de rederij Gebr. Goedkoop mocht met een
vierde stoomboot op het Noordhollands kanaal.
In 1867 gingen per spoor van Den Helder naar
Amsterdam 9050 reizigers, naar Haarlem 2314,
naar Beverwijk 411, Uitgeest 483, Alkmaar
8690, Noord-Scharwoude 1160, Schagen 6796
en naar Anna Paulowna 4909. Het telegraaf
kantoor Nieuwediep verzond 131 berichten
naar en over België, 686 naar en over Duitsland,
naar Engeland 490; uit België kwamen 132, uit
Duitsland 316, uit Engeland 271 berichten.
Voorts veel binnenlands "verkeer", vooral naar
Amsterdam en Alkmaar.
MEDISCHE POLITIE
Vergeleken met 1866 was de gezondheidstoe
stand over het algemeen niet ongunstig. Maar
op 14 mei "werd een arbeider aan den spoor
weg te Helder door de cholera aangetast, welke
daaraan bezweek". Later in het jaar werden nog
drie gevallen geconstateerd, met "doodelijken
afloop". Ook de typhus heerste en vergde 26
doden.
m
85