76 gemeester Rehorst "aan de Raad" dat de wer ken "ten behoeve van het zuidelijke gedeelte inmiddels tot uitvoering zijn gebracht: de grondwerken, het aanbrengen van de beplan ting (deels) en het aanleggen van de paden (deels)". Zitbanken en beplanting voltooien de werkzaamheden. Omdat tijdens de eerste begra fenissen de begroeiing nog niet "de beoogde groene achtergrond had waar dit voor het aan zien wenselijk werd geacht, zijn achter de rijen graven rietmatten aangebracht". Het gedeelte in de hoek tegen de Jan Verfailleweg wordt als reserve begraafruimte bestemd met het oog op calamiteiten. Vanaf 1961 is ook dit gedeelte in gebruik genomen en wordt de grens tot aan de Jan Verfailleweg bereikt. In diezelfde periode rondt het gemeentebestuur besprekingen af met het bestuur van de Israëlitische Begraafplaats om het zuid-oostelijke deel van die begraaf plaats bij de Algemene Begraafplaats te voe gen. Zo komt er ruimte bij voor 100 graven, de gemeente onderhoudt, in ruil, vanaf dat moment de Israëlitische Begraafplaats. Het wes telijke gedeelte (achter de aula) is de laatste uitbreiding. De grondwerken zijn december 1959 uitgevoerd en er wordt een begin gemaakt met het aanplanten van de windsingel, "aan gezien door de heersende zeewinden de beplan ting zeer geruime tijd nodig heeft om aan te slaan en op te groeien". In 1961 vonden de eer ste begrafenissen plaats, met het plaatsen van de urnenmuur (columbarium) in de jaren tach tig werd de begraafplaats voltooid. DE WEGEN VAN DE BEGRAAFPLAATS Notities in het "Schouwboek van de wegen, Huijsduijnen 1676-1735" geven de namen van de zandwegen die rondom de begraafplaats lagen. Zoals "Schotmoerweg of die van kerk hof' ten zuid-oosten vanaf de duinen (nu t.h.v. de Hoge Berg aan de Jan Verfailleweg en de Hortensiastraat) en "melkpadt over Koogland bij 't kerkhof', ten noordoosten van de begraaf plaats (door de bouw van het dienstgebouw en schaftlokaal afgesloten, zie boven). De Huis- duiners brachten hun doden tot het jaar 1860 naar de begraafplaats langs de zandweg onder de voet van de Grafelijkheidsduinen. Voor de Helderse inwoners ging de tocht vanuit hun dorp over de Koogdijk. Deze voormalige "zee dijk Den Kooghdijck" later bekend als "Rijweg naar de Helder" liep vanaf de Jan Verfailleweg achter motel Betlehem langs en kwam met een bocht over het Churchillpark in de wijk Oud Den Helder uit. Op kaarten van "opzichter van werken, Leendert den Berger" uit 1793 staat een nieuwe, smalle weg in oost-westelijke rich ting getekend, vanaf de oostzijde van de be graafplaats tot aan de "Rijweg naar de Helder" (hoek Javastraat-Timorlaan), genaamd "Heider- wegje" en "weg van het kerkhof na de Helder". Een jaar later schreef hij het als "Polder wegje Helder", vanaf 1872 komt het niet meer op kaarten voor. Want de inwoners van Den Helder en Huisduinen gaan inmiddels vanaf circa 1860 over de Huisduinerweg en de dan nieuw aan gelegde huidige Kerkhotlaan, de gemeente betaalde "voor een nieuwe weg naar de be graafplaats 9027,26". Veel geld voor die tijd maar de aankoop van gedeelten van landerij en, dempen van sloten en aanleggen van dui kers, bestratingen en het graven van greppels langs de weg werden daarvoor uitgevoerd. Op tekening gezet door "de tweede opzigter der gemeente Helder, G. Scholten december 1860" die de Huisduinerweg richting Den Helder beschreef als "Straatweg van Huisduinen" en richting Huisduinen als "Zandweg". De Kerkhoflaan werd aangelegd tot en met het hek op het oude gedeelte en tot aan de Israëlitische Begraafplaats. In 1908 werd op advies van "de Nederlandse Heide-Maatschappij begonnen door plantsoen den weg naar de begraafplaats wat te beschutten en te verfraai en, onze noordenwind duldt niet veel boom gewas". Het is tot op heden nog steeds de weg van alle rouwstoeten naar de beide begraaf plaatsen en het is inmiddels een prachtig laan tje geworden. Met dank aan Dienst Stadsontwikkeling Beheer, de heren H. Dijkstra en H. Collet. RENS SCHENDELAAR

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1996 | | pagina 20