de Vikingenraids langs de Noordzeekust ge
bouwd werden als toevluchtsoord voor de be
volking in tijd van nood, een primitief afweer
systeem tégen de Vikingen dus. Een dergelijke
burcht is in Souburg opgegraven zonder dat de
functie geheel duidelijk werd. Kortom: er zijn
mogelijkheden genoeg om Huisduinen/Osdenne
ook feitelijk het karakter van een versterkte
nederzetting te velenen, een echt oppidum dus.
Maar net als bij Oesdom is het zeer de vraag
of de Vikingenkoning Rorik in de berg en de
put van Osdenne vernoemd is.
En nu een gedurfde stap verder terug in de tijd
en wel vóór de volksverhuizing, op grond van
het feit dat Huisduinen behoort tot de oudste
groep van namen uit die tijd (zie vóór). Wan
neer in de literatuur stemmen opklinken dat het
Marsdiep al in de Romeinse tijd bestond, valt
er dan niet aan te denken dat Huisduinen als
Romeins oppidum, in de vorm van een burcht
of zelfs als vlootbasis, aan de monding van het
Marsdiep gelegen heeft? Wanneer na de vondst
van een enkele Romeinse munt met de beel
denaar van keizer Augustus in de Boskerpolder
bij Groote Keeten (gem. Zijpe)( al aan een uit
valsbasis van de marine van de Romeinse veld
heer Germanicus wordt gedacht en daar met
infrarood luchtfotografie onderzoek naar ge
daan zal worden (9), ligt het niet evenzeer -
of zelfs meer - voor de hand een Romeins
vlootkamp aan de monding van het Marsdiep
te vermoeden Bij Groote Keeten is tot dus
ver geen riviermonding of zeegat aangetoond
in de Romeinse tijd. De zaak is daarom zo
interessant omdat de tot nu toe noordelijkste
Romeinse vlootbasis bij Velzen opgegraven is!
De vraag of 's lands marinebasis Den Helder
ooit een Romeinse marinebasis als illustere
voorganger heeft gehad, zal wel onbeantwoord
blijven omdat, als gezegd, de eventuele ruïnes
daarvan mét die van Husidinja in zee liggen
Dat geldt natuurlijk ook ingeval Husidinja een
(belangrijke) handelspost geweest is zoals Me-
demblik. De hoge gronden hier waren immers
al sinds 1300 v. Chr. bewoond en de omgeving
van de Hoge Berg in de Ijzertijd en Romeinse
tijd (800 v. Chr. tot 300 na Chr.) zelfs dicht
bevolkt, getuige de talloze opgravingsvondsten.
Een handelspost hier zou zeker de moeite waard
geweest zijn! Of begeven we ons hiermee op
nóg gladder ijs? Speculeren is toch leuk?
CONCLUSIE.
De vraag naar de betekenis van de naam Huis-
uinen is helaas niet te beantwoorden. Wel is het
waarschijnlijk dat er ver noordwestelijk van het
huidige dorpje aan of bij het Maresdeop een
(Romeinse-, later Viking-?) versterkte neder
zetting gelegen heeft, die de verbasterde naam
Osdenne droeg, en in het bezit was van een
Rorikesberg en een Rorikesput. Ook kan vast
gesteld worden dat Huisduinen haar naam niet
pas later ontvangen heeft van het waddeneiland
Huisduinen, maar dat omgekeerd een neder
zetting (burcht, fort) met de naar Husidinja
zowel aan het dorp als aan het waddeneiland
haar naam gegeven heeft.
In ieder geval stof genoeg tot overdenking bij
uw eerstvolgende fietstocht of wandeling langs
de Zeeboulevard naar Huisduinen.
Dank.
Gaarne betuig ik dank aan prof. dr. R. Rentenaar
die bereid was commentaar te leveren op een
eerdere versie van dit artikel en mij voor enke
le toponymische valkuilen behoedde.
J.K. SCHENDELAAR.
NOTEN.
(1) Zie de afbeelding in "Levend verleden" van
juni 1995, p. 119. De Utrechtse bisschop ont
vluchtte zijn bisschopsstad wegens de Vi
kingraids met medeneming van zijn archief
en liet tijdens zijn ballingschap in Deventer
resp. St. Odilinberg van 858 tot 918 aan de
inventarisatie van de kerkelijke bezittingen
in bezet gebied werken.
(2) De oudste schenkingsoorkonde betreft het
bezit van Vechten en dateert van 723.
(3) Voor Heusden vanaf 875: Hoesden, Hus-
53