51
zoals de Vikingen die ook elders oprichtten: een
ronde burcht op een heuvel met een ringwal en
een palissade, waarin zij hun legertjes huis
vestten en/of lieten overwinteren. Deze auteur
achtte het op naamkundige gronden denkbaar
dat Rorik ooit in Oesdom een residentie had in
de Oudenburg. Ook Halbertsma (1967, 60), die
Osdenne eveneens vereenzelvigt met Oesdom,
dacht aan een residentie van Rorik in Oesdom,
mede wegens het in de nabijheid aanwezige
zeegat van Egmond dat de Vikingen tot invals
poort gediend kan hebben (zie over het laatste
Bremer 1971, 40v.)
Het lijkt allemaal zo aardig te kloppen! Toch
doet Rentenaar (1977, 365) dit alles af als
"hoogstandjes". Volgens hem hebben Runksput
en Rorikesput naamkundig niets met elkaar te
maken. Verder zijn Rorikesberg en Rorikispit
weliswaar samenstellingen met de persoons
naam Rorik, maar is er geen bewijs dat deze
Rorik uit Skandinavië kwam en de Vikingen
koning Rorik was; de naam is immers ook west
germaans. Bovendien is de Runksput pas in
1713 - dus veel later - ontstaan en déze per
soonsnaam gaat waarschijnlijk terug op de
mansnaam Runke. De Runksput lag trouwens
niet in de duinen maar in vlak terrein. Onwaar
schijnlijk acht Rentenaar het verder dat een
wandelend stuifduin, gelet op zijn wel zeer on
bestendige karakter, een naam zou hebben ge
dragen; zelfs hoge, vastgelegde duintoppen heb
ben niet zo vroeg al een naam ontvangen. Blok
zocht de Rorikesberg daarom eerder op de
strandwal bij de huidige duinen dan bij Oesdom
(in Schönfeld 1959, 38 noot a). Evenzo Meilink
al in 1938 (17v.). Bij dit alles komt nog dat
wonderen in heiligenlevens niet bepaald veel
historische waarden bezitten en dat de naam
van een beroemd man - hier Rorik -, waar een
gebeurtenis uit het verleden aan opgehangen
werd, veelal diende om de legende geloofwaar
diger te maken. Kortom: Oesdom maakt geen
kans om identiek te zijn met Osdenne. Van
beide kandidaten blijft Huisduinen over en dan
zijn waarschijnlijk dus Osdenne en Huisduinen
identiek.
En dat is naamkundig inderdaad nu juist wel
mogelijk (Rentenaar a.w.). Voor wie mocht
struikelen over het ontbreken van de aanvangs-
H wijst blok (a.w.) er op dat in de Brugse omge
ving waar proost Rainerus zijn verhaal schreef,
de H nogal eens wilde wegslijten. Hosdenne en
Huisduinen zijn inderdaad duidelijker verwant.
Gelet op de veel oudere papieren van Huis
duinen kan (H)osdenne daar een latere omvor
ming van zijn: één van de vele varianten (zie
noot 3).
De consequentie is dan wel dat wij het hele 11e
eeuwse verhaal over de versterkte stad Osdenne,
met Rorikesberg en Rorikispit en al, mogen
overbrengen naar de toenmalige geografische
situatie van Huisduinen en omgeving. Waar die
lag, duidt Rentenaar (a.w.) aan: er heeft hier
een complex hogere pleistocene gronden gele
gen, een uitgebreid (eind)morenelandschap,
waarvan de hoogste delen zelfs nu nog op
■I keileem
7^ zee, geulen
•H Huisduinen
M' Marsdiep
D Duinen
Z Dekzand
Kustlijn plm. 800 nC Kv Kwelders
-Kustlijn nu w Wadden
V Veen
Reconstructie van de situatie rond de
Noordkop en Texel in plm. 800 na Chr.
(naar Rappol et la. 1994)