44 getoonde welstand) van in totaal 10.000 gehe ven, waarover meer in de volgende aflevering. OPENBARE VEILIGHEID De gemeente had vijf brandspuiten, naast die van de marine. Ze moesten in 1866 geregeld inge zet worden. Door onbekende oorzaak brandde een woning op het Koegras af; een spuit werd ingezet; huis en inboedel waren verzekerd. Net als van het koffiehuis, waar echter zes spuiten aan te pas moesten komen. Ook een zeilmake rij en een magazijn voor scheepsbenodigdheden gingen in vlammen op, ondanks de tien inge zette spuiten. De schade bedroeg 32.000, maar alles was verzekerd. Voorts brandde een woning uit en had een broodbakkerij, door onvoorzich tigheid, beperkte brandschade. Tussen 1 augustus en 31 mei brandden 1700 uren 187 gaslantaarns en vier olielantaarns. De kosten waren 40 gulden per licht. STRANDINGEN 17 april "De Engelsche brik John Rutherford, kapitein J. Chelves, met steenkolen van New- castle naar Nieuwediep. De equipage heeft zich met de boot gered". 4 december"De Zweedsche brik Con Oscar, kapitein Jonas Höyström, geladen met hout, komende van Hernösand, bestemd naar (Le) Havre. De bemanning is gered". In de loop van het jaar werd een nieuwe red dingboot te Nieuwediep gestationneerd, "geheel ingerigt naar het Engelsche model". ONDERWIJS De lagere school aan de Schoolstraat had een hoofdonderwijzer (jaarwedde 1650), zes hulp onderwijzers 375-550), een kwekeling met een toelage van 35 en een vnormaal-kweke ling' met een rijkstoelage van 250, alsmede drie normaalkwekelingen met een rijkstoelage van 50 en een gemeentetoelage van 35. In totaal dus 12 personeelsleden. De lagere school aan de Hoofdgracht telde er zeven, naast het hoofd 1200) vier hulpon derwijzers 375- 550) en twee rijkskweke lingen met toelage. De lagere school aan de Westgracht telde acht man onderwijzend personeel, die in de Nieuw- stad tien; die te Huisduinen en Koegras waren eenmansposten a 650 per jaar. De scholen waren gratis, schoolgeld werd niet geheven. Dat het hulponderwijzerschap geen vetpot was moge blijken uit de bijbaantjes die met toestemming van de provincie uitgeoefend werden: voorzanger of voorlezer, koster, secre taris of ontvanger van een kerkbestuur, klok kenist of klokopwinder, opzichter begraafplaats of doodgraver, of secretaris en/of penning meester van een polderbestuur. De zogenoemde herhalingsschool, 's avonds voor volwassenen in een gewone lagere school, werd bezocht door zo'n 30-40 leerlingen. Hel der telde acht kwekelingen die door onderwij zers van de openbare scholen opgeleid/begeleid werden. De hoofden van de scholen gaven les aan die hulponderwijzers die zich voor het exa men van hoofdonderwijzer wilden bekwamen. Voorts waren er in Helder de lagere industrie school met tekenschool (62 leerlingen), de zee vaartkundige school (15 leerlingen) en de in 1865 door 't Nut opgerichte gymnastiekschool met gemeentesubsidie (50 leerlingen), alsmede de muziekschool. ARMWEZEN De toestand was over het algemeen minder gun stig in verband met de cholera-epidemie en de duurte van de eerste levensbehoeften. WATERSTAAT Al eerder was de provinciale subsidie aan de stoombootrederij die schepen sleepte aan het Nieuwediep beëindigd, omdat het een winstge vende zaak was gebleken. Dat gold echter niet voor de stoombootdienst Texel-Nieuwediep, die "wegens hare ongunstige uitkomsten" was stop gezet. Het gemeentebestuur van Texel wilde nu jaarlijks 1000 bijdragen, als provincie en rijk dat ook zouden doen; de provincie ging ac- coord. De Koopvaardersbinnenhaven werd verbreed tussen de koopvaarderssluis en de in 1865 ge starte scheepstimmerwerf De Hoop. Het Helders

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1995 | | pagina 20