locaal aan te schaffen "geijkte Amsterdamsche
waaggewigten als meede eenen goede balans van
gelijke armen, en de touwen zoona mogelijk van
egalen lengte".
De inrichting van de waag wilde Zussen voor
eigen rekening nemen, ook het salaris was geen
probleem zodat hij "egter wel geneegen zoude
zijn". En met "dat het Uwe geliefden te beha
gen hem als waagmeester op deese Landen aan
te stellen" ondertekende Dirk Zussen zijn brief.
Maar President van Herwerden nam een afwach
tende houding aan, hij zou zich alleen laten infor
meren wat de kosten van "de aankoop van scha
len en gewigfzouden worden. Meer werd er op
dat moment niet ondernomen.
ABRAHAM WENTEL WORDT
WAAGMEESTER
Toch zou het tot januari 1806 duren voordat het
dorpsbestuur een beslissing zou nemen. Eerst
stelde men gaarder (belasting ontvanger) Lourens
Schoon op de hoogte "dat de waag door het be
stuur in werking zal worden gebracht".
Maar op 23 januari van dat jaar klinken in de
vergadering van de Municipale Raad de woor
den "tot waagmeester alhier is aangesteld Abra
ham Wentel met last aan den secretaris hem daar
van qualificatie (de benodigde papieren) ter hand
te stellen". Dat het bestuur koos voor Wentel was
niet zo vreemd want ook hij was, net als Zussen,
gehard in beroepen als afslager van de vis en
ontvanger van het armengeld op de ingevoerde
aardappelen aan het Nieuwediep (een heffing
voor het weeshuis). Zo geschiedde dat Abraham
Wentel de eed tot waagmeester aflegt in de han
den van de burgemeester waarin hij beloofde
"boeken en register te houden" en de werk
zaamheden uit te voeren zoals beschreven in het
"reglement en ordonnantie voor de waag". Hierin
kunnen we onder andere lezen dat de handela
ren hun ingevoerde goederen zelf op de balans
schalen moesten leggen en na weging er weer
vanaf halen. De waagmeester ontving als waag-
loon een stuiver per 100 pond gewicht. Voor de
boter en de kaas lag dat aanzienlijk hoger: per
100 pond boter 4 stuivers- en 100 pond kaas 7
stuivers boven het waagloon. Deze extra heffing
vloeide in de dorpskas en was "voor alles ten
voordelen van deese dorpen en tot instandhou
ding van de waag".
GAARDERS LOURENS SCHOON EN
DIRK ZUSSEN
Na het wegen noteerde de waagmeester op een
biljet en in zijn boeken de naam van de aanbie
der, het soort goederen, het gewicht en het waag
loon. Na betaling door de voerman, schipper,
handelaar, koopman of neringdoende vertrok
deze met het biljet voor de impostbetaling naar
het comptoir (belastingkantoor) van 's landsim-
post waar het bureau van de gaarder stond, geves
tigd in het gemeentehuis. Hier hingen de regle
menten en tarieven van de impost die bij besluit
van Zijne Hoogheid de Prins Gouverneur Gene
raal voor de gemeenten werden vastgesteld. Deze
grote placaten hingen ook op de drie borden die
langs het Nieuwediep op de kade stonden.
Tijdens de eerste jaren van de waag was Lourens
Schoon gaarder, een aantal jaren later nam de
gemeentesecretaris dit ambt van hem over, waar
schijnlijk tot zijn overlijden want in de vroege
morgen van 15 maart 1812 overlijdt Dirk Zussen
op 44 jarige leeftijd.
Toezicht op de sluikhandel werd gehouden door
twee assistenten van de gaarder. Zij surveilleer
den in beide dorpen en langs het Nieuwediep.
De aanvoer van de goederen mocht alleen "over
de landzijde langs de groote weg van "t Zand
door de groote Barriere (langs de duinen) naar
het dorp Huijsduijnen langs de Rijweg welke ten
Noorden van de Grafelijkheidsduinen langsgaat.
Van de kant van de Haven het Nieuwediep van-
39
IJzeren krukgewichten, collectie uit de
periode 1732-1870
(Museum de Waag, Deventer)