35
van het gemaal een dankbaar gebruik gemaakt.
Het "opvangbekken" en het "zoutscherm" be
rusten beiden op genoemd verschil in soorte
lijk gewicht. Het opvangbekken is aangelegd
op de plaats, waar de Koegras-zeedijk is door
broken en de verbinding tussen het Noord
hollands Kanaal en het instroomkanaal van het
gemaal tot stand is gekomen. Over een afstand
van 242 meter is de kanaalbodem zodanig ge
profileerd, dat via geleidelijk aflopende drem
pel een bodemdiepte van 10 meter beneden
Normaal Amsterdams Peil wordt bereikt. Er is
als het ware een hellingbocht aangelegd, waar
langs het zoute water zelf zijn weg zoekt in de
richting van het gemaal. Vlak voor het gemaal
ontmoet de waterstrook dan nog het zout
scherm, dat reikt tot 8 meter beneden de water
spiegel en dus alleen aan de onderzijde een 2
meter hoge doorstroomopening over de volle
breedte van het instroomkanaal vrijlaat.
Opvangbekken en zoutscherm zorgen ervoor,
dat een maximum aan zout water de Scher
merboezem via het gemaal "Heisdeur" verlaat.
Ook deze lozing geschiedt niet uitsluitend
kunstmatig, want er wordt nog wel degelijk pro
fijt getrokken van de lage waterstanden van het
buitenwater. Het gemaal heeft namelijk naast
de vier uitstroomkokers van de pompen ook
nog vier uitstroomkokers voor natuurlijke
lozing. De acht lozings- en perskanalen zijn
voorzien van terugslagkleppen. Daarachter zijn
vier hoofdschuiven (in de lozingskanalen) en
vier tolkleppen (in de perskanalen) geconstru
eerd, waardoor het gemaal waterkerend is
gemaakt tot de z.g. Delta-hoogte van 5.60 meter
boven NAP. Het verschil met de natuurlijke
lozing via sluizen is bovendien, dat het sys
teem van kleppen het onderbreken van de na
tuurlijke lozing mogelijk maakt.
De maximale capaciteit van het gemaal be
draagt bij uitsluitend natuurlijke lozing 50 a 60
kubieke meter per seconde, dat is 70 a 80 pro
cent van de maximale lozingscapaciteit der slui
zen. Ten behoeve van de kunstmatige lozing is
het gemaal uitgerust met vier pompeenheden,
die gezamenlijk 40 kubieke meter per seconde
kunnen uitslaan. De totale lozingscapaciteit is
dus aanzienlijk vergroot, zelfs wanneer de -
beschikbaar blijvende - reserve-capaciteit van
de bestaande sluizen buiten beschouwing wordt
gelaten.
Een belangrijk voordeel is bovendien, dat bij
spuien (of lozen) via het gemaal "Heisdeur"
een besparing van circa 60 procent wordt
bereikt op de hoeveelheid zoet water, die nodig
is om de zouttong afdoende te bestrijden. Ge
middeld wordt deze hoeveelheid namelijk ver
minderd van 10 kubieke meter per seconde tot
4 kubieke meter per seconde. Deze besparing
komt overeen met 20 procent van de hoeveel
heid water, die via de bestaande kanalen en
vaarten kan worden getransporteerd (na even
tuele verbetering van de boezemwateren toch
nog naar schatting 10 procent). Dat betekent
niet alleen een kostenbesparing, maar ook een
welkome vermindering van de hoeveelheid zoet
water, die terwille van de doorspoeling van de
Schermerboezem aan het IJsselmeer moet wor
den onttrokken.
C.A. DEKKERS.