ORPHEUS IN DEN HELDER
14
als groothandel in kruidenierswaren ruim een
eeuw een bekende Helderse firma geweest.
Laatste synagoge (1927)
Na de opening van het Noordzeekanaal heeft
een deel van de joodse gemeenschap Den
Helder verlaten, zodat het percentage
Israëlieten daalde tot iets minder dan één pro
cent. Omstreeks de eeuwwisseling waren er
nog 230 joden, van wie er veertig in aanmer
king kwamen voor ondersteuning.
Sedertdien is het aantal nog iets gedaald, maar
toen de oude synagoge na de eerste wereld
oorlog aan een nieuwe verbouwing toe was,
heeft men in 1927 een geheel nieuw gebouw
neergezet.
In het oorlogsjaar 1943 is de in Art Deco-stijl
gebouwde synagoge afgebroken, niet omdat
het een synagoge was, maar omdat het "in het
schootsveld" zou staan bij een eventuele lan
ding van de geallieerden.
De 134 Helderse joden, die in 1941 door de
Duitsers geregistreerd stonden, waren toen
- op een dertigtal na dat wist onder te duiken
- al weggevoerd naar de concentratiekampen.
Niet één van hen is teruggekomen.
J.T. BREMER
Dank zij de ontvangst van een aantal recen
sies van uitvoeringen van muziekverenigingen
onder directie van de musicus Toon de Hoogh
gingen onze gedachten terug naar een perio
de van rond anderhalve eeuw terug toen zang
en muziek een belangrijk deel uitmaakten van
het Helderse culturele leven.
De concertvereniging onder leiding van de
plaatselijke dirigent de heer Dahmen had veel
belangstelling getrokken doch stierf aan ver
val van krachten. Daarnaast bracht het
gemengd koor voor dames en heren onder lei
ding van de heer Morra veel zanggenot zowel
voor uitvoerenden als voor belangstellenden.
Later ontstond een zangvereniging, gedi
rigeerd door de heer S. Kikkert, wiens plaats
later werd overgenomen door de heer P.
Uurbanus. Onder de naam "Nut en genoegen"
verzorgden zij in het lokaal "Tivoli" vele uit
stekende concerten voor familieleden en
belangstellenden. Tussen 1850 en 1860 namen
de heren van de zangvereniging "Liedertafel
Felix-Arte" deel aan grote zangersfeesten in
Nederland en in Duitsland onder directeur
Dahmen, terwijl ook een latere mannen-zang
vereniging, eerst onder directie van de heer
C.A. Bakker en later de heer Egbers, genaamd
"Helders Mannenkoor", de weg van Felix-Arte
opging.
In 1859 werd een nieuwe gemengde zangver
eniging opgericht, genaamd "Cecilia". Deze
vereniging telde in 1875 14 dames- en 16
herenleden, die 's winters verscheidene uit
voeringen gaven, eerst in het gebouw "Tivoli"
en later in "Musis Sacrum" onder directie van
de heren Verheyen, Hille, Philbert (Frans con
sul in Den Helder en deskundige in de orgel
bouw), en Egbers. Laatstgenoemde dirigeerde
het mannenkoor in de Petrus- en Pauluskerk
en de concertvereniging "Apollo". Deze ver
eniging gaf jaarlijks vier winterconcerten,
maar door gebrek aan belangstelling werd ook
deze vereniging in 1873 opgeheven.
Oorzaak van deze tegenvallers was keer op
keer het gebrek aan goed theoretisch zangon
derwijs, waardoor het de aspirant-zangers aan
voldoende scholing en muzikale opleiding ont
brak. Om dit probleem te overwinnen werd