wetsrollen, daarachter twaalf jonge Israëlieten met banieren, die de twaalf stammen Israëls symboliseerden en tenslotte de gehele joodse gemeente. Het geheel werd afgesloten door politie en een detachement landmacht. Toen de optocht langs het gemeentehuis kwam sloten gemeentebestuur, bestuurders van ande re kerkgenootschappen en vertegenwoordigers van zee- en landmacht zich bij de stoet aan. Inwijdingsrede In de nieuwe synagoge werden de wetsrollen onder plechtige koorzang rondgedragen en tenslotte in de Heilige Ark geplaatst, waarna de Amsterdamse rabbijn B. Berenstijn de inwijdingsrede uitsprak. (Jaarboek Israëlieten in Nederland, 1837). In de voorgevel was een steen aangebracht, waarop in het Hebreeuws te lezen stond: "De Eeuwige is in Zijnen heiligen Tempel, zwijg voor hem, Gij ganse aarde". (Habakuk 2 vers 20). Deze tekst drukte naar zijn getallenwaar de der Hebreeuwse letters tevens het jaartal 5597 uit. "De ingang is aangelegd met zeven hardsteenen treden en is zeer smaakvol. Door denzei ven komt men in een portaal waar ter linker zijde eene fontein tot reiniging, aan den anderen kant de opgang der galerij voor vrou wen is. Het gebouw is van buiten door een ijzeren hek van de straat afgescheiden en het vormt een vierkant van 13 el lang, 10 el breed en is naar het middelste gedeelte berekend 9 el hoog." Aldus van Dam den Boumeester. Bij de synagoge werd met financiële steun van de familie Rothschild een joodse school gebouwd (met 42 leerlingen in 1859, in 1911 nog negen). Armbestuur In 1870 werd de synagoge gerestaureerd. Men had inmiddels een eigen school, een eigen begraafplaats en een eigen armbestuur. Een Israëlitisch armbestuur had als extra probleem, aldus een brief aan het gemeentebestuur van 19 december 1853, doordat de Israëlieten "wegens sabbath" in feite twee dagen per week niet kunnen werken. Ook heeft men extra onkosten vanwege de joodse spijswetten en begrafenisrituelen. Tenslotte vormde het loon van de godsdienst leraar een behoorlijke extra belasting voor de kleine gemeenschap. De "stamvader" van de bekende Helderse familie Coltof vestigde zich in 1887 als godsdienstleraar in Den Helder. "Musis Sacrum" Volgens D. Dekker bestond het toenmalige kerkbestuur uit de heren L.J. Groen, RH. Polak, M. Schrijver, M.L. van Gelder, M.E. Tat, W.S.J. Beek, M.A. Grunwald en A.L. van Amerongen. Polak, Van Gelder en Grunwald zijn bekende familienamen in Den Helder geworden. De heer PH. Polak was een zoon van Benoit H. Polak, eigenaar van het uitspanningslokaal "Musis Sacrum" in de Koningstraat (sinds 1869). "Er worden besloten partijen zooals concerten, cassino's en bals gegeven, terwijl het Zondags-avonds voor het publiek geopend is. De zaal is zeer net gedecoreerd" (D. Dekker). De heer Benoit H. Polak, dansmeester, had in 1863 zelfs een boekje aan Prins Alexander mogen aanbieden, getiteld "Iets over het dan- 12 De eerste Synagoge aan de Kanaalweg

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1995 | | pagina 12