VIJFTIG JAAR NA DE BEVRIJDING
de weken vóór en na de bevrijding in Den Helder
De invloed die de oorlog op hen, die deze
jaren bewust hebben meegemaakt, is na 50
jaar nog merkbaar. Veel feiten en momen
ten uit het dagelijkse leven worden nogal
eens afgemeten aan het einde van de twee
de wereldoorlog.
Ieder heeft zijn eigen herinneringen aan deze
verschrikkelijke en angstige periode. Ook zij
die in deze periode in Den Helder woonden
hebben hun eigen herinneringen. Het leven
was zo om en nabij de bevrijding meer over
leven dan leven zoals het zou moeten zijn.
Altijd waren er wel vliegtuigen in de lucht die
bommen afwierpen of beschietingen uitvoer
den. Elektriciteit en gas was er met mondjes
maat en dikwijls helemaal niet meer. Eten was
een probleem mede doordat Den Helder
"sperrgebiet" was waren de inwoners aange
wezen op de gaarkeuken, en op wat er zo hier
en daar nog was te krijgen van buiten de stad.
Als familie ondergingen wij hetzelfde lot en
mijn herinneringen aan die tijd zijn: weinig
en slecht voedsel, angst voor oorlogsgeweld
en de kou van de voorgaande winter. Verder
ontbrak een normaal leefpatroon door het ont
breken van alles wat het leven aangenaam kon
maken. Vooral ook het ontbreken van kleding
en schoeisel maakte het moeilijk om fatsoen
lijk over straat te kunnen gaan.
Mijn werk was in die periode op de Rijkswerf
afdeling scheepsbouw. In de middagpauze
mochten wij niet naar huis. Het warm eten
werd met ketels naar de werf gebracht.
Gezamenlijk werd in een ruimte, die als
schaftruimte dienst deed, gegeten. Veelal
bestond dit uit koolsoep waarin, als je geluk
had, een stukje aardappel verborgen zat.
Eenmaal werd erwtensoep opgediend waarin
het vlees bleek te bestaan uit maden die meege-
kookt waren. Deze werden netjes naast het bord
gelegd in een wedstrijd wie er de meeste had.
Het waren vreemde weken zo voor de bevrij
ding, de bezetting was nog zeer nadrukkelijk
aanwezig, terwijl de bevrijding, aanstaande was.
Het laatste werk wat gedaan werd was, zover ik
mij dit herinneren kan, een vrachtboot. Deze
moest gereed gemaakt worden voor vervoer van
Duitse kopstukken naar Duitsland indien de toe
stand hier voor hen te benauwd zou worden.
In de ruimten werden kooien gelast; de stel
lingen bestonden uit gegalvaniseerde pijp
welke tijdens het lassen een benauwde lucht
verspreidde. Kakkerlakken stoven door de ont
stane warmte her en der weg. Het was voor
de eerste maal dat ik deze diertjes zag.
Beddetijken werden alvast klaargelegd, maar
deze moesten spoedig weggelegd worden,
daar er zo nu en dan een verdween. Men kon
in die tijd van alles gebruiken.
Eindeloos waren de formaties vliegtuigen die
richting Duitsland vlogen. Je kon daarover, in
het bijzijn van Duitsers, geen uiting geven.
Zij begrepen dat dit de "eindoverwinning" niet
ten goede kwam. Zo af en toe kwam een flot
tielje schnellboten via het Boerenverdriet het
natte dok binnen stuiven. Ze zaten vaak onder
de scherf- en kogelgaten. Die hadden zij opge
lopen na een nachtelijke trip op de Noordzee.
De opbouw bestond voor een deel uit alumi
nium, een toen vrij nieuw materiaal. Na repa
ratie werden van de vervangen delen haar
kammen en kleine versieringen gemaakt.
Soms was er een vervangen door een ander,
dan was er een verloren gegaan.
Op een in onderhoud liggend schip hing op
het achterdek een geslacht varken waarvan
door het "Herrenvolk" goed gegeten werd.
105