104 Tijdens een bombardement werd een blok hui zen aan de Boerhaavestraat en de Hector Treubstraat getroffen. Onze hele familie kwam levend uit het puin. Als een soort va kantie gingen we daarna voor een aantal weken naar familie in Utrecht. De oorzaak van dit uitje was mijn vader. Door ondermeer het bergen van slachtoffers na bombardementen - dat waren vaak bekenden - begon hij het psychisch wat moeilijk te krijgen. In Utrecht vond hij de hulp die hij nodig had. Nu denk ik wel eens: "God, hij was nog maar 28 in 1940 Zo oud is onze oud ste zoon nu bijna." Toen werd besloten niet meer steeds weg te trekken. We - mijn ouders, opa en ik - bleven thuis in de Hoogstraat. Overdag en ook 's nachts. Eind 1942 werd een zusje geboren. Wat een tijd om een kind te krijgen. Door afbraak, bom men en steeds meer wegtrekkende mensen werd Den Helder leger en leger. Ook mijn lieve dove opa vertrok. Alle bejaarden moes ten weg. Schaarste aan allerlei spullen nam grote vormen aan. Ik werd 6 jaar en moest naar school. De lesuren bestonden voor een groot deel uit het oefenen in hoe je bij lucht alarm zo snel mogelijk in je schuilplaats onder de trap kwam. Al vrij snel werd de school gesloten. Mijn vader moest onderduiken en wij, de drie vrouwen van 39, 7 en 2 jaar, gingen de laatste zware winter tegemoet. Tot nu toe is het een treurig verhaal. Maar er waren natuurlijk ook gebeurtenissen die heel goed, blij of bijzonder waren. Eén ervan wil ik graag noemen. Sinds de dood van mijn vader beschik ik over een envelop pe, met daarin een oude krant, foto's en een programma. Die spullen zijn me heel dierbaar. In de zomer van 1944 was er een groep men-sen uit de Vrijzinnig Her-vormde hoek die de moed vonden iets groots cultureels neer te zet ten: Goethes "Ip-higeneia in Tauris". 22 augustus, op een stille grijze zondagmiddag, was de opvoering: in een hoek van het Timor- park, tegen de linie en de Huisduinerweg aan. Een eenvoudig decor tussen populieren. Op het grasveld ervoor stond het publiek. Ik was er ook. Ik kende de mensen die er speelden. Maar ze waren zo vreemd. Mijn eigen vader was onder hen. Zijn naam was Kees, maar nu heette hij "Arkas". Ik maakte mijn eigen ver haal op hetgeen gespeeld werd, maar ervoer de essentie. Goed, kwaad en liefde. Ik was erbij, een klein meisje van 6 jaar. Maar net zo stil en diep onder de indruk als al die vol wassen toeschouwers, bij dat zo heel bijzon dere evenement in de zomer van 1944. Nel Rommets-Rensmaag De Kuil 2 1797 AT DEN HOORN - Texel Het heilig woud voor den tempel van Artemis

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1995 | | pagina 4