131 dan ook aan het dorpsbestuur "dat door het intrekken en het verblijf der troepen in de Kerk alle Godsdienstige gezindheden van het Joodsch Kerkgenootschap zelfs niet uitgezon derd daardoor ontheven zijn geworden". Met andere woorden: niet alleen de hervormden zelf kerkten in de Huisduiner kerk. ook de Jo den hielden daar hun diensten. In het jaar 1805 kopen de Joden van de Hoog- duitsche Gemeente uiteindelijk een eigen on derkomen in het dorp Den Helder, wijk E (om geving Smidstraat en Breedstraat) nummer 300. "Een synagoge annex een klein kamer diende tot school, door de leden gekogt en herbouwt, het locaal is gekogt anno 1805 en herbouwd in 1807, 30 plaatsen incluis die der vrouwen en praeses (voorzitter) dienende ou derling, verkeert in een maatige staat, licht vogtig". De aankoop en verbouwing bedroeg totaal 725:0:0. De Joodsche Gemeente in Den Helder hief di rect een contributie en offergeld bij de leden. De eerste jaren bedroegen deze inkomsten cir ca 325:0:0 per jaar. Van dit bedrag werd be taald: het aflossen van de schulden, de aan koop van kaarsen, de reparatie en het onder houd aan het gebouw, de verponding en de "rijzende armen", de voorzanger, de brieven post naar het Opper Consistorij in Amsterdam en de ceremoniën. Met de "rijzende armen" werden natuurlijk de bedelaars bedoeld die van plaats naar plaats trokken en van de Joodsche Gemeente altijd een gift kregen. Het aankoopbedrag van de synagoge probeer de men terug te krijgen door een wekelijkse bijdrage naar draagkracht aan de leden te vra gen. Het bleek echter onhaalbaar om op korte termijn het bedrag weer in de kas te ontvan gen, ook omdat "leeden met den woon ver andert zijn". Maar er kwam toch weer iets van het bedrag terug in de geldkist van de Joodsche Gemeen te. Met toestemming van het dorpsbestuur en met keizerlijke goedkeuring besloot men "een algemeene collecte binnen het Rijk" te hou den. Z y -n ,S>~- Rabbijn Simon de Jong Rabbijn in het jaar 1810 is de vijf- en twin tigjarige Simon de Jong. Op de vijfde mei van dat jaar werd hij aan gesteld om de godsdienst-oefeningen en cere moniën te leiden; tevens moest hij de kinde ren in de Israëlitische (Joodse) leer onderwij zen. De benoeming duurde een jaar en werd na goedkeuring van beide partijen weer voor een jaar verlengd waarbij de Rabbijn op de steun van twee ouderlingen kon rekenen. Zijn in komsten bedroegen 's jaarlijks 150:0:0. Dit bedrag werd door de plaatselijke leden opge bracht. Het gemeentebestuur van Den Helder gaf geen financiële steun, door de hoge in- kwartieringskosten van de militairen had men het ook gewoon niet. Simon de Jong krijgt wel wekelijks en beur telings kost en logies van de Joodsche Ge meenschap in Den Helder, dat wil zeggen dat de gemeenteleden bij toerbeurt de rabbijn een week in de kost hadden. De opleiding van een Rabbijn was van een hoog niveau en omvatte alle takken van de Joodsche wetenschap. tzz< O-r 7 JZ - - f fyiypu u' Jaar- Gedeelte uit tabel 5 bevolking en statistiek. De samenstelling van de Hollandsche Hoogduijtsche Israëlitische Gezindheid in Den Helder 1810.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1995 | | pagina 31