129
Ouderlingen schrijven akten van indemni
teit.
"Salomon David Levi woonagtig te Alkmaar,
dat hij om voor zijn huijsgezin 't noodig
onderhoud te zoeken zig gaarne met er woon
aan den Helder zoude willen neederzetten.
Wij ondergetekende ouderlinge der Joodsche
Gemeente der Stat Alkmaar bekennen en ver-
klaaren mits deesen dat de persoon van Salo
mon David Levi en zijn huijsvrou Hanna Jog-
gens en huijsgezin zig als haar leede maat on-
ser gemeente gedragen hebben aldus verplig-
ten wij ons alsoo bovengemelde binnen de
eerste ses agter een volgende jaaren ingaand
met den 22 october 1807 en eijndigt den 21
october 1813 in onverhoopt armoede mogt
koome te vervalle wij hem uijt onse arme cas
armiteeren zullen.
Actum Alkmaar den 19 october 1807. Abm.
Moses, Heijmon Levi, en Isaak Abram".
Het waren de ouderlingen en het annbestuur
van de Joodsche Gemeente in Alkmaar die
bovenstaande akte van indemniteit schreven.
Vanuit het Alkmaarse gemeentebestuur werd er
een akte van goed gedrag bijgevoegd waar in
stond dat "Salomon David Levi geboren te
Amsterdam en zederd den jaare 1792 alhier
woonagtig, als een braaf en eerlijk persoon
bekent is". Uiteraard werden alle aktens be
krachtigd met zegels van de Joodsche Ge
meente en rode lakzegels van de stad Alkmaar.
Joodse ouderlingen als: Isaak Prins - Abraham
Moses - Mo Salomons - Heijmon Levi - Isaac
Abraham en David Samuel stelden ook de ak
ten op voor de hierna volgende leden van hun
Joodsche Gemeente, zodat zij zich in Den
Helder konden vestigen:
- Isaac Prins krijgt in oktober 1801 een akte
van burgerrecht om in Den Helder te komen
wonen en daar zaken te doen.
- Samuel Davit, Joods koopman in diverse ne-
gotien werkte al langer in Den Helder terwijl
zijn vrouw Diena Philips met het huisgezin in
Alkmaar woonde. Juni 1801 krijgt hij burger
recht. De inwonerslijst van september 1808
vermeldt dat Samuel Davit met zijn vader Da
vid Samuel en zijn broeder David Abraham
woont in wijk A op nr. 12 in Den Helder.
- Abraham Philippus geboren en woonachtig
binnen Alkmaar met vrouw en kinderen, krijgt
op 3 mei 1802 burgerrecht.
- Simon Salomon, Joods koopman, verbleef al
enige tijd in Den Helder en krijgt op 3 mei
1802 burgerrecht om zich met zijn vrouw en
huisgezin in Den Helder te vestigen.
Hij had "met zijn coopmanschap eene compag
nieschap met Leendert van Wijk" in Den Helder.
- Isaac van Kollen, Joods koopman in "bij
zondere negotien" en "alhier zig aan de Helder
bevinde, eijgenaar van huijs en erf' krijgt ook
op 3 mei 1802 burgerrecht in Den Helder.
- Salomon Benedictus met zijn vrouw Eva
Jacobs en hun huisgezin, woonachtig in Alk
maar, komen augustus 1806 naar Den Helder.
Op de inwonerslijst van september 1808 staat
achter de naam Salomon Benedictus: "de Jood".
- Sander Isak, met zijn brouw Betitje Abra
hams en huisgezin, komt in 1808 vanuit Alk
maar als handelaar in groente en fruit.
Koopmanschappen, negotien en burgerrecht.
De Hoogduitsche Joodsche Gemeente in Am
sterdam steunde uiteraard ook hun lidmaten
die zich in Den Helder wilden vestigen.
Abraham Emanuel Cohen bood in februari
1807 de volgende akte aan op het bureau van
gemeentesecretaris Dirk Zussen.
"Aan HH Schout en Scheepenen tevens uijt-
makende het Gemeente Bestuur op den Lande
van Huijsduijnen en Den Helder:
Geeft reverentelijk te kennen Abraham Ema
nuel Cohen woonachtig te Amsterdam, dat hij
suppliant zig gaarne met erwooning alhier aan
Den Helder soude willen needer zetten, egter
gemerkt hebbende daartoe te komen alvoor-
ens te moeten produceren acte van goed ge
drag en borgtogt en keerd mits dien den sup
pliant zig bij deese tot uw edele vergadering
tevens met overlegging der hier aan gean
nexeerde actens voornoemt versoekende dat