HELDERSE JAREN 1851-1875 115 door dr. L.F. van loo Aflevering 14 - 1864 Bron: Provinciaal Verslag Noord-Holland ("Verslag van den Toestand der Provincie Noordholland, gedaan aan de Provinciale Sta ten van dat gewest door de gedep. staten in de zomervergadering van het jaar 1865", Haarlem 1865). BEVOLKING Het inwonertal liep op van 16.701 naar 16.775, een relatief geringe stijging. Net als in 1863 was er een vertrekoverschot, maar omdat er heel wat meer kinderen geboren wer den dan dat er mensen stierven kon het aan tal inwoners toch wat stijgen. De bevolkings registers werden "in alphabetische orde inge- rigt (niet naar de orde der huisnummers)". Wijk- of buurtmeesters zijn aangesteld "die deels tot het in orde houden van 't bevol kingsregister medewerken, deels ook nog met andere werkzaamheden, vooral in verband met de armenzorg, belast zijn". Wat dat laatste be treft waren de 25 onbezoldigde wijkmeesters vooral actief met het afgeven van "bewijzen van onvermogen". GEMEENTEBESTUUR Over 1863 was het batig saldo van de gemeen telijke inkomsten en uitgaven maar liefst 31.266. De grootste uitgavenposten waren armwezen 25.733, lager onderwijs 20.573, openbare werken 49.110, inclusief 162 voor de aanleg van een vismarkt en 9.185 voor nieuwe riolen. Ook werd er voor ruim dertig duizend gulden een plein aangelegd. MEDISCHE POLITIE De algemene gezondheidstoestand werd weer als gunstig betiteld, maar niet zo als in het "uitzonderlijk gunstige 1863". Gedurende 548 verpleegdagen werden 32 pu blieke vrouwen in het gasthuis verpleegd. "Van deze 32 vrouwen hebben 29, als her steld, het gesticht verlaten, zoodat er op 31 Dec. nog 3 in behandeling waren gebleven". ARMWEZEN "Te Helder toenemende armoede", evenals in andere plaatsen, als gevolg van "stilstand van werk en duurte van levensmiddelen". De ar menzorginstellingen bedeelden 273 huishou dens het hele jaar door en 332 tijdelijk met wat geld en in natura (brood, kleding en brand stof). Vijftien bejaarden, een gebrekkige en 76 weeskinderen werden in twee gestichten ver zorgd. OPENBARE VEILIGHEID Het Helderse politiecorps bestond uit een commissaris/waterschout, een inspecteur, drie agenten, zes (rijks-)veldwachters en 27 nacht- wachts, "waarvan er zeven eiken nacht en 20 om den anderen nacht dienst doen", strandingen/schipbreuken 21 januari: "De Belgische schooner Alphine - van Cuba naar Bremershaven, met tabak, quinine en verfhout. De trein, op weg naar Anna Pauiowna pas seert de draaibrug over het Noordhollands kanaal. In gebruik gesteld 18 december 1865 om 16.00 uur.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1995 | | pagina 15