ONDERZOEK
NAAR JOODSE
GEMEENSCHAP
IN DEN HELDER
een fonkelnieuw grijs verleden in volle gang.
De "eeuwenoude" ontwerpen van Schotse tar
tans en kilts zijn grotendeels in de romantiek
en de vroege industriële revolutie verzonnen
en aan de man gebracht.
Wie nu Macpherson leest neemt kennis van
een merkwaardig soort pastiche, rondzwal
kend tussen de Bijbel, Homerus, Milton en
authentieke oud-Ierse balladen. Pas tegen het
eind van de negentiende eeuw werd overtui
gend gedemonstreerd, dat de enige authentie
ke bronnen uit het Gaelic, die de Schotse fan
tast benutte, vertalingen waren in een archaï
serende brabbeltaal van eigen makelij.
Geschiedenis en geschiedschrijving zijn, zo tot
het einde van de achttiende eeuw, een onder
deel van de wijsbegeerte en van bezinning die
nog niet schatplichtig is aan de universiteit.
Gibbon's Decline and Fall of the Roman
Empire is de laatste en meest fraaie vertegen
woordiger van die opvatting van het verleden.
OERA LINDA BOEK
De parallellen met de mystificatie, die het Oera
Linda boek heet, zijn zo talrijk, dat ze in elk
geval er om vragen geduid te worden. De lite
ratuur over de al spoedig ontdekte vervalsing
is zeer uitgebreid. Waar namen als Eelco
Verwijs, J.G. Ottema en zelfs J.H. Halbertsma
niet meer zijn dan interessante en soms amu
sante vignetten in de marges van het grote
manuscript dat de negentiende eeuw is, is de
"verdachte" dominee Fran§ois HaverSchmidt
de enige in dat dubieuze gezelschap, wiens
werk zal blijven leven zolang de Nederlandse
taal zal blijven bestaan.
Juist door zijn nog steeds groeiende statuur als
oorspronkelijk romanticus - misschien zelfs wel
de enige Nederlandse dichter die op die eer vol
strekt recht kan doen gelden - is het de moei
te waard te overwegen waarom het zo waarlijk
passend, rechtvaardig en terecht zou zijn Piet
Paaltjens als verwekker te betichten van een
dood-ernstige grap, waarop alleen de romantiek
het patent lijkt te hebben. Bovendien kende
HaverSchmidt Ossian; iederéén kende hem.
Al was het alleen al, omdat de thematiek van
de dubbelganger en het soms verzwegen alter
ego, waarmee Dominee zo veel ervaring had,
de kern betekent van de romantiek. De ver
plaatsing, terugwaarts in de historische tijd, is
daar onlosmakelijk mee verbonden.
W. DIJKHUIS
De Hervormde predikant ds. J.D. Kila te Alk
maar, die goede herinneringen bewaart aan zijn
Helderse periode, heeft eind 1993 een studie
gepubliceerd over de joodse gemeente van
Alkmaar ("Kaddiesj voor Joods Alkmaar").
Zijn verbondenheid met Den Helder heeft hem
ertoe gebracht, ook een onderzoek te doen naar
de joodse gemeenschap in Den Helder.
Zijn studie in Alkmaar bracht ds. Kila in con
tact met iemand, die als kind van joden haar
jeugd in Den Helder had doorgebracht. Zij kon
hem verschillende interessante details daarover
vertellen, wat mede een stimulans betekende
voor een nader onderzoek.
De redactie van "Levend Verleden" wil graag
voldoen aan zijn verzoek, de lezers van ons
blad te vragen, hem daarbij indien mogelijk
behulpzaam te zijn. Zijn initiatief verdient
steun, in het belang van zijn studie en van de
Helderse historie in het algemeen. Stellig niet
ten onrechte veronderstelt ds. Kila, dat er
lezers zijn die persoonlijke herinneringen aan
de joodse gemeenschap in Den Helder bewa
ren en misschien ook over materiaal beschik
ken dat voor de studie van belang kan zijn.
Reacties worden met belangstelling tegemoet
gezien door ds. J.D. Kila, Bloemaertlaan 204,
1816 KG Alkmaar, telefoon 072-121050.
41