60 en marinebrandweer was de molen niet te red den en stortte na betrekkelijk korte tijd in elkaar. Een belendende stal en wagenschuur vielen mede aan het vuur ten offer. Om zijn bedrijf te continueren keek de zwaar gedupeerde molenaar naar een andere molen uit. In Amsterdam nabij de Haarlemmerpoort stond de molen "De Kraai". Door speculatie gedwongen moest de eigenaar zijn molen van de hand doen. Zij kwamen een prijs overeen waarvoor Waldemayer de molen zou slopen en de onderdelen per schip naar Den Helder zou laten vervoeren. 4) STOOMMACHINES Ten gevolge van de afschaffing van de accijns op het gemaal en de concurrentie door de stoommachines beleefden de molenaars moei lijke tijden. Dit gold ook voor Den Helder waar naast "De Hoop" en "Het Fortuin" een derde molen was gesticht, die van Bernard A. Janzen, "De Eendragt". Dit vrij jonge bedrijf was ondergebracht in de in 1843 gebouwde trasmolen die op 21 april 1850 eveneens door brand verloren ging doch spoedig daarna werd herbouwd. De brand in "Het Fortuin" bood een welkome uitkomst in de concurrentieslag tussen de drie Helderse molenaars. Na te hebben vernomen dat Waldemayer de Amsterdamse "Kraai" had gekocht en deze ten dele reeds in Den Helder was gearriveerd en ten dele per schip op weg was naar Den Helder, deed Janzen een suc cesvolle poging om de molen in handen te krijgen. Om de concurrentie in het vervolg te voorkomen, kwamen beide partijen overeen dat Waldemayer zich verbond "de koornmaal- derij nimmer te dezer plaatse meer te zullen uitoefenen, noch op eigen naam noch op naam van anderen, en evenmin eene koornmaalde- rij alhier te stichten of daarin behulpzaam of werkzaam te zijn terwijl de verkooper tevens verklaarde geheel en onvoorwaardelijk afstand te doen van de gehele clientèle aan zijn vroe gere en sedert afgebrande koornmaalderij ver bonden geweest en die clièntele bij deze ten volle aan den kooper aftestaan". 5) Deze transactie vond plaats voor de som van drieduizend gulden. GEEN HAALBARE KAART Ondanks de uitkoop van zijn concurrent bleek de graanhandel voor Bernard Janzen geen haalbare kaart meer te zijn. In strijd met de akte van 24 april 1880, gepasseerd bij notaris Hattinga Raven, die bepaalde dat "alle boeten en vergoedingen die door de stad Amsterdam eventueel zouden kunnen worden gevorderd ter zake eene latere ontruiming van het ter rein, voor rekening waren voor de verkooper" bleef Waldemayer in gebreke. De gebroeders Janzen vroegen een maand uitstel voor de res terende afbraak en ontheffing van de boete clausule. De molen "De Kraai" werd uiteindelijk door Bernard Janzen doorverkocht naar Westbroek. Hij zelf verliet Den Helder met vrouw en kin deren en verhuisde naar Kessel. De spectaculaire molen "De Eendragt", die vele jaren het stadsbeeld van Den Helder had gedomineerd, werd na langzaam verval in 1914 door gemobiliseerde militairen gesloopt. M.M.J. HOOGENBOSCH 1) Huisduinen en Den Helder door A. Korff, blz. 64 2) Huisduinen en Den Helder door A. Korff, blz. 61 3) Wandeling over Oud Wieringen, door Joh. Oedzes, 3-3-1988 4) Amstelodamum jaargang 64, blz. 176 5) Repertoire notaris J.W. Hattinga Raven nr. 2322.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1994 | | pagina 28