53 HELDERSE JAREN 1851-1875 door dr. L.F. van Loo Aflevering 13 - 1863 BEVOLKING Het inwonertal liep in 1863 op van 16.509 naar 16.669, inclusief 293 militairen van de landmacht en 886 van de zeemacht. Er was wel een geboor ten-, maar geen vestigingsoverschot; dit in tegen stelling tot voorgaande jaren. Van de vele vertrek kers gingen er maar liefst 228 naar de koloniën. GEMEENTEBESTUUR De bezoldiging van de burgemeester werd aan gepast aan de bevolkingstoename, wat leidde tot een verhoging van 1400 naar 1800 per jaar. Twee raadsleden, S. Lastdrager en J. Strootman, werden niet herkozen; in hun plaats kwamen S.Braaksma en C.W.K. van Strijen. E.J. Verweijde overleed. Strootman kwam, na een buitengewone verkiezing, toch weer in de raad in de plaats van de overledene. Het jaar 1862 werd afgesloten met een batig saldo van bijna 20.000 gulden. Maar voor open bare werken, waar ongeveer 39.000 gulden aan uitgegeven werd, ging de gemeente een lening aan van 18.000. Ook voor het onderwijs werd flink geïnvesteerd in nieuw- en verbouw. Een hoofdelijke omslag op het inkomen (eigenlijk op de getoonde welstand, want voor al naar de huurwaarde van de woning) was er nog steeds niet in Den Helder, wel accijns op brood en turf en dus relatief zwaar drukkend op de lagere inkomens-categorieën. MEDISCHE POSITIE Per 100 sterfgevallen betrof het 6 levenloos aan gegeven, 25 gestorven in het eerste levensjaar en 7 in het tweede levensjaar. Veel kindersterf te dus, maar toch wordt de algemene gezond heidstoestand "buitengewoon gunstig" genoemd en de sterfte "betrekkelijk gering". Kindersterfte was immers heel normaal in die jaren. In het gasthuis werden 22 mannen en 24 vrou wen in totaal duizend dagen verzorgd. Gedurende 1490 dagen werden bovendien 39 publieke vrouwen in het ziekenhuis en 30 col lega's elders in de gemeente verpleegd. In de nieuwe gemeenteapotheek zijn in 1863 niet minder dan 6565 recepten gereed gemaakt. KERKELIJKE ZAKEN "Door het gemeentebestuur van Helder was geen bezwaar aangetekend tegen de aanvrage eener vereeniging van bijzondere personen, om binnen 200 el (meter) afstand van een bestaand kerkge bouw der Hervormde gemeente, te mogen oprig- ten een gebouw tot het houden van zondags school, van bijbellezingen en van openbare gods dienstoefeningen". Maar de kerkeraad van de her vormden vroeg Gedeputeerde Staten deze beslis sing te vernietigen. Die deden dat niet omdat het niet om een zaak van openbare orde ging. Van de 16.669 inwoners van Den Helder eind 1863 waren er 10.926 nederlands hervormd, 20 waals hervormd, 362 doopsgezind, 362 evangelisch luthers, 274 hersteld luthers, 19 remonstrants, 311 afgescheiden ^gerefor meerd), 3637 rooms-katholiek, 304 oud-katho liek, 428 nederlands israëlitisch, 4 portugees israëlitisch en 22 "tot geen der genoemde gezindten behoorende". Voor herstel van de Westerkerk werd twee duizend gulden geleend (tegen 5%) door het kerkbestuur. Het orgel in de hersteld lutherse kerk is door een nieuw vervangen en de doopsgezinde kerk "werd met een orgel ver sierd". Ook de joodse gemeente leende geld. duizend gulden, voor het herstel van de kerk en "de daaraan verbonden godsdienstschool". Verpleging van zieke prostituees St. Vincentiusvereniging opgericht Molenplein ingericht Oorlogsschepen staan brandweer bij Nachtwacht in slaap gevallen?

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1994 | | pagina 21