afhankelijkheid van het originele werk van Van Deventer. Hij verbetert en vult aan, zoals o.a. blijkt bij vergelijking van de fragmenten "Kop van Noord-Holland". Sgrooten moet ook andere kaarten daarvoor geraadpleegd hebben. Dit betreft vooral de banken en ondiepten in de Waddenzee en rond om Wieringen: de verdronken "Moerwaard", de Nes benoorden Wieringen. het Wieringer Vlak en "het Vlack int zuyden van Wieringen". Ook geeft hij in het Marsdiep ten noorden van Huisduinen een bank weer met de naam "Vo- gelrandt". Met het oog op de strategische betekenis van het Marsdiep en ten dienste van de Spaanse scheepvaart tekent hij daarin de vaarroute met diepten in vademen. Het valt op dat het Marsdiep nog niet de grote meander van Texelstroom vertoont, welke eerst in de loop van de 17e eeuw zou ontstaan. Voorbij Huis duinen verloopt de vaarroute nagenoeg west- oostelijk. Sgrooten gebruikt in de namen van de zwin nen dezelfde spelling als Van Deventer; even eens vermeldt hij dezelfde gaten in het wes telijk kustgebied. Maar hij voegt daaraan toe "die Norder Schyndel" en "die Suyder Schyn- del". Kennelijk niet uit eigen aanschouwing bekend met de lokale toestand, heeft hij op zijn voorbeeldkaart de Noorder- en Zuider- schinkeldijken, waarmee Callantsoog aan de Zijperdijk was verheeld om te beletten dat bij storm het zeewater tussen Callantsoog en de Zijpe zou doorbreken, voor aanduidingen van slufters aangezien, en "schynkel" als "schyn del" gelezen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1994 | | pagina 15