REGIMENTEN IN DEN HELDER EN HUISDUINEN 1780 - 1814 42 Met het uitbreken van de Vierde Engelse Oorlog (1780 - 1784) kunnen we een lange donkere bladzijde optekenen in de geschie denis van beide kustdorpen. Want oorlogs dreiging, onrust, armoede en tenslotte over heersing door de vijand troffen Den Helder en Huisduinen. De "Vrede van Parijs" in 1784 maakte wel een einde aan de oorlog met de Engelsen, maar de Fransen streef den nog steeds naar hegemonie in Europa. Als in 1795 de Fransen zonder al te veel moeite de grote rivieren oversteken volgt er voor de plaatselijke bevolking een periode van overheersing die tot 1814 zou duren. Het Staatse leger bewaakte tijdens de Vierde Engelse Oorlog de kust vanaf de Kleine Keeten tot aan het Nieuwediep. Regimenten als: Oranje Gelderland, de Schepper en "het Regement van Sijnen doorlugtige Hoogheid den Heere Gorge Fredrick Prince van Orange en Nassau" sloegen hier hun tenten op. Als na de Franse inval van 1795 het Staatse leger wordt georganiseerd tot het Bataafsche leger neemt de drukte in de kustdorpen toe. Want naast de al gelegerde "Bataafsche militairen" slaan hier ook de Franse militairen hun tenten op. WERK VOOR BEVOLKING De bevoorrading van de militairen in de Franse tijd werd hoofdzakelijk door de plaatselijke bevolking uitgevoerd. Zij die een bedrijf, win kel, werkplaats, pakhuis of opslag hadden ver zorgden de levensbehoeften, het nodige onder houd of het vervoer. De militaire aanvragen kwamen binnen bij het dorpsbestuur op de secretarie van het raadhuis. Dit bestuur schreef een aanbesteding uit, waar bij de aanvraag aan de laagste inschrijver ge gund werd, of men benaderde een goed bekend staand bedrijf rechtstreeks. Na de levering of de werkzaamheden werd de rekening ingediend bij de secretaris van het dorpsbestuur. Deze stuur de de rekening door naar het "Commité Militaire Zaaken van Hollandt in 's Gravenhage residee- rende", de latere "secretarie van Staat Departe ment Oorlog der Bataafsche Republiq". Na verrekening van het bedrag betaalde de secretaris uit. Dit betekende voor een deel van de lokale bevolking dat men extra inkomsten had. Veel van de overige bewoners die hun brood op zee verdienden, konden echter door de vijandelijkheden op de Noordzee hun be roep niet uitoefenen. LAKENS OP BLEEKVELD In 1798 staat er een militair magazijn in Den Helder en Huisduinen. Pieter Strooker is hier als "Casernemeester" de baas. Zijn verantwoordelijkheden blijken uit de akten "Generale staat van uijtgaaf'. Onder zijn leiding werden de lakens naar de wasserij gebracht, de "secreeten" geleegd (houten wc-tonnen), de matrassen en kussens opnieuw met stro gevuld, de ketels gelapt en het onderhoudswerk aan de houten kazernes verricht. Strooker verdiende per half jaar f. 37:10:0 (37 gulden en 10 stuivers). Voor de militairen was er van 1 mei tot eind september een bed met één deken, voor de overige maanden kregen zij er een deken bij. Deze dekens waren "van een goed soort wol in de Leijdse fabriek bekend onder nr. 8". Iedere zes maanden werden de stro-matrassen en -kussens opnieuw gevuld. De hogeren in rang sliepen op grijs linnen matrassen, gevuld met "veertig ponden paardenhaar". Pieter Bontes waste de witte Vlaamsche lakens

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1994 | | pagina 10