22
HELDERSE JAREN 1851-1875
door dr. L.F. van Loo
Aflevering 12 - 1862
BEVOLKING
De ontwikkeling van het inwonertal van Helder
was volgens de volkstellingsgegevens als volgt:
1830: 5.489, 1840: 9.088,
1849: 11.564, 1859: 15.202. Eind december
1862 telde onze stad 16.509 inwoners (8730
manlijke en 7779 vrouwelijke). Dat is een ver
drievoudiging in 32 jaar; ter vergelijking:
Alkmaar groeide van 9439 naar 10747 en
Zaandam van 10733 naar 12145.
Het jaar 1862 bracht de gemeente 640 bore
lingen en 39 levenloos aangegevenen, 170
huwelijken en twee scheidingen van tafel en
bed. Er vestigden zich 1476 nieuwkomers, 908
manlijke en 568 vrouwelijke, waarvan 915 uit
de provincie Noord-Holland, 471 uit de rest van
Nederland, 7 uit de koloniën en maar liefst 83
"uit den Vreemde". Ongeveer 1100 mensen ver
lieten de Juttersstad.
ARMWEZEN
"De gematigde weersgesteldheid, de algemeen
gunstige gezondheidstoestand, de voldoende
productie van levensbehoeften (vooral de bui
tengewoon gunstige aardappelenoogst) waren
zooveel omstandigheden die op den toestand
van het armwezen een gunstige invloed moes
ten uitoefenen".
De regering kwam al enkele jaren met onder
standsmaxima. Voor een gezin van man (jon
ger dan 60 jaar), vrouw en vier kinderen (een
jonger dan 5, een van 5-12, een van 12-16 en
een van boven de 16 jaar) in gezonde toestand
werd 2,50 per week bedeling voldoende
geacht, in geval van ziekte (van de kostwinner)
5. Een arbeider verdiende in 1862 globaal
tussen de 6 en 7,5 gulden, vrouw en de kinde
ren ouder dan 11/12 jaar verdienden meestal
wel wat daar bij, zodat het gezinsinkomen zo'n
10-12 gulden kon bedragen.
Het Burgerlijk Armbestuur van Den Helder
hanteerde in 1859 en 1860 onderstandmaxima
van 4,40 (gezond) en 8,50 (bij ziekte), was
in 1861 gezakt naar respectievelijk 3,10 en
6,25 en ging in 1862 naar het door het rijk vast
gestelde maximum. In de andere Noordhol
landse steden was het meestal (aanzienlijk) kari
ger, alleen Hilversum zat er ruim boven.
Te Helder werden door het aan de gemeente
gelieerde Burgerlijk Armbestuur 198 huishou
dens bedeeld in 1862: 60 het hele jaar door en
138 tijdelijk (vooral in de winter). De zeven ker
kelijke instellingen onderhielden 379 huishou
dens (214 vast (weduwen, bejaarden); 165 tij
delijk). In het Burger Weeshuis zaten 80 wees
kinderen, 3 'oude lieden' en 1 'gebrekkige'.
WEGEN
"Ten aanzien van den aanleg van den spoor
weg Amsterdam-Nieuwediep kan vermeld wor
den, dat in het vorige jaar (1862) het maken
van de aardebaan, de kunstwerken, de gebou
wen, de levering van ballast, het leggen van de
spoorbaan en eenige verdere werken voor den
spoorweg tussen Nieuwe Diep en Niedorper-
verlaat is aanbesteed geworden voor 748.000,
terwijl het maken van gebouwen, bergplaatsen,
afrasteringen en verdere werken op de terrei
nen voor het station te Nieuwediep en de hal
ten Anna Paulownapolder en Schagen, werd
aangenomen voor de som van 146.000".
ONDERWIJS
Op 15 juli had de stad zes openbare lagere scho
len met 963 jongens en 833 meisjes op de dag
school; allen "genoten kosteloos onderwijs". 31
Jongens en twee meisjes bezochten naast de
dag- ook de avondschool, 16 alleen de avond
school. Voorts waren er twee bijzondere gesub
sidieerde en drie bijzondere niet gesubsidieer-
Piet Paaltjens twijfelt
Gemeente-apotheek
De "Oude" Bethelkerk
Defecten in nieuw droogdok
Koeien met tongblaar