88
al omdat de overheid in allerlei functies (schout,
dijkopziener, schoolmeester, havenmeester,
enz.) stelselmatig gereformeerden benoemde.
„BOERDERIJKERK"
Het nieuwe kerkgebouw, dat in 1648 gebouwd
was op dezelfde plaats waar het huidige kerk
je staat, was van hout en had, zoals zoveel ker
ken in die tijd, enigszins de vorm van een boer
derij. Sedert 1673 stond een door P. Bakker,
organist en orgelmaker te Medemblik gemaakt
orgel in de kerk. De aanschaf van het orgel was
mogelijk geworden door een legaat van Dieuw-
er Pieters, die blijkens een grafsteen op de
begraafplaats van Huisduinen een jaar tevoren
gestorven was.
Door de goede afloop van de zeeslag bij
Kijkduinen (11 augustus 1673), waarvoor de
predikant van Huisduinen/Den Helder ds. Salo-
mon van Till, met de op de duinen bijeenge
komen bevolking zo vurig gebeden had, ble
ven kerk en orgel gespaard.
ORGEL VERNIELD
Na de landing van de Engelsen en Russen in
1799 was dat helaas niet het geval: het orgel was
totaal vernield, de kerk ernstig beschadigd. Toch
heeft het nog tot 1851 geduurd eer het tegen
woordige kerkgebouw kon worden ingewijd.
Het feit dat men serieus heeft overwogen het
hele dorp maar te laten verdwijnen, zal daarbij
zeker een rol hebben gespeeld.
In mei 1825 telde Huisduinen nog slechts 305
inwoners, verdeeld over 84 huisgezinnen. De
toenmalige gouverneur des konings begaf zich
enkele jaren later 1828), vergezeld van de bur
gemeester van Den Helder, de heer Jan in 't
Velt, naar Huisduinen om de bewoners te bewe
gen naar Den Helder te verhuizen. De meeste
Huisduiners voelden daar echter niets voor; van
het plan is in elk geval niets terecht gekomen.
PREDIKANTEN
Aanvankelijk hadden de „gereformeerden", die
sedert de Franse tijd hervormden genoemd wor
den, van Huisduinen en Den Helder samen één
kerkeraad en één predikant. „Toen Huisduinen
in aanzien en bevolking begon af te nemen, en
Den Helder daarentegen in aanzien toenam, ver
langden de Heiwormden, op laatst genoemde
plaats, dat de Predikant zich ook aldaar met der
woon zoude vestigen", aldus Van der Aa, in zijn
Aardrijkskundig Woordenboek (1844). „Daar de
eersten dit ongaarne zagen, werd besloten eene
pastory tusschen de beide plaatsen in te bou
wen, die, daar zij door een boschje omgeven is,
naar den toenmaligen predikant van Till,
Tillenhof genoemd wordt doch meer algemeen
bekend is onder den naam van de Tuintjes".
Pas in 1736 werd een tweede predikant „beroe
pen", die in Den Helder moest gaan wonen.
Daar stond ook een kerk, een in 1679 ter ver
vanging van een meer noordelijk gelegen hou
ten kerkje uit 1624, op de zogenaamde
Konijnsberg gebouwd stenen bedehuis. Toen
deze kerk in 1845 werd vervangen door een
nieuw gebouw, de zgn. Westerkerk aan het
Westplein (nu: Helden der Zeeplein), is het
scheepsmodel dat er hing, overgebracht naar de
kerk van Huisduinen. Het scheepje, een zgn.
„Bootschip", was ooit (in 1787?) aan de kerk
geschonken „door eenen Groenlandschen Kom-
mandeur, Brouwer genaamd". Aldus J. van
Dam den Boumeester in zijn „Beschrijving van
Den Helder met het Nieuwediep en Huis
duinen" (1847).
Pas in 1841 zijn de kerkelijke gemeenten van
Huisduinen en Den Helder „geheel van elkan
der gescheiden en voor op zich zelve staande
gemeenten verklaard, met uitzondering van de
diaconie-administratie, wordende de armen der
beide gemeenten thans nog voor gemeen
schappelijke rekening gehouden".
Aldus Van der Aa in 1844. Predikant voor
Huisduinen in deze periode was ds. De Cock,
die (van 1828) tot aan zijn emeritaat in 1867
is gebleven.
NIEUWE HOUTEN KERK
Voor de aannemingssom van f. 5.378,— (aan
nemer W. Stapelkamp, Haarlem) werd in 1851
een nieuw houten kerkje neergezet naar een ont
werp van de waterstaatsingenieur P.J.H. Hay-
ward. Het kerkje werd gebouwd op dezelfde