HUISDUINEN VOORUIT.Helderse poëzie,
108
in 1887 vergaard door E.H. Snijder
Huisduinen dat plekje zoo nietig en klein
Zal weldra een plaats van beteekenis zijn
Men wil Huisduinen tot badplaats verheffen
Hoe groot en hoe prachtigs toch is dat idee
Lof aan de mannen die daarvoor nu strijden
We eeren die mannen met kragt en met klem.
Ze willen Huisduinen een toekomst bereiden Verkondig
dus met luiden stem:
O prachtig Huisduinen,
Hoe schoon is je strand en je duinen
Wij zullen het rond bazuinen
Die pracht verkonden wij luid
Wij strijden te zamen
En zullen daar voor ons niet schamen
Wij maken nu reeds reclame
Huisduinen moet vooruit!
De Tuintjes verdwijnt dan wordt heel net
Tot bloei van Huisduinen een peneioen neergezet
Treurent zien wij dan de tuintjes verdwijnen
Die heerlijke speelplaats voor groot en klein
Daar kunnen wij nu niet meer proviteeren
Ook voor de kinderen is het gedaan
Zij kunnen zich daar niet meer amuceeren
De tuintjes die gaat naar de maan
Dan wordt ons ontnomen
Die heerlijke plek met die boomen
Wij maggen daar niet meer komen
Ons vreugde is dan uit
Maar het kan ons niet bommen
Al zal heel de werelt verstommen
'n Badplaats die moet er nu komen
Huisduinen moet vooruit
Wanneer men wil zeggen Huisduinen vooraan
Dan mag men de boel wel aan 't opknappen gaan
Huisduinerweg dan vooral niet vergeten
Daar worden dan zeker wel bomen geplant
Want als 'n badgast 'n wandeling zou maken
Langs deze weg waar geen boompje nog bloeit
Zou hij zijn wandeling toch heel spoedig staken
Omdat zijn gezicht dan verschroeit
Wij zullen dus hoopen
Dat men voor daar boompjes gaat koopen
Dan kan zoo'n badgast daar loopen
Zonder 'n verbrande snuit
Want al zouden wij praten
't Zou toch heel weinig baten
Die weg kan men zoo toch niet laten
Huisduinen moet vooruit
De stoomtram die gaat bepaalt met ontslag
Want als een badgast die tram hier nog zag
Zou hij van angst en van schrik staan te beven
Dat bonken en stooten staan hem dan niet aan
Heeft dan zoo'n badgast 'n plaatsje genomen
En word door de tram naar Huisduinen gevoert
Dan zegt hij vast als hij daar is gekomen
O hemel wat ben ik nou beroert
Dan hoor je ze klagen
Zoo'n ritje kan ons niet behagen
Dat kan ons gestel niet verdragen
Je komt er zeeziek uit
Want dat bonken en stooten
Zal hunner angst niet vergrooten
Ze moesten de tram maar verloten
Huisduinen moet vooruit
Wanneer men het badhuis nauwkeurig beschouwt
Dan zal het toch ook worden verbouwd
Dan mogen er nog wel badwagens komen
Nu zijn er geloof ik maar zes in 't geheel
Als dat zoo blijft is het niet te weerleggen
Dat het dan door badgasten word betreurt
Als 'n badgast wou baaden en moest hem zeggen
Nou morgen ben jij aan de beurt
Dan hoorde je ze klagen
Dat men op elkander moest wachten
De badgasten zouden dan smagten
Ach kwam er maar een uit
Wij zouden ons schamen
Dat was dan vast geen reclame
'k Denk dat ze hier nooit meer kwamen
Huisduinen moet vooruit
Huisduinen moet vooruit dat klinkt tog zoo fijn
Dan moet ook de helder aantrekkelijk zijn
Dan mag het Heldersche kanaal wel verdwijnen
Dat is nu juist zo aantrekkelijk niet
Want als een badgast dat kanaal zou ontdekken
Die heerlijke geuren staan hem vast niet aan
Dan zou hij zeggen ik gaan weer vertrekken
Je stikt hier gewoonweg vandaan
Dat mag niet gebeuren
Wij zouden het zeker betreuren
Weg met die Helderse geuren
Dat is ons besluit
O, heerlijke droomen
Word ons die stank eens ontnomen
Laat dan de gasten maar komen
Huisduinen moet vooruit
De middernachtzending vind het een kruis
Dan komen 's nachts heelemaal niet meer thuis
Dan moeten zij aan Huisduinen ook waken
Dat daar geen zieltje verloren zal gaan
Geloof me hun woede is dan niet te temmen
Zien zij 'n badgast met *n meisje in 't groen
Dan zeggen ze ventje je komt hier om te zwemmen
Nou zit je wat anders te doen
Dan zullen wij hooren
'n Drukte als nimmer te vooren
Misschien word er ook wel gebooren
Zoo menigen kleine spruit
Dan kunnen wij zeggen
Dan is het niet te weerleggen
Dan moet iedereen zeggen
Huisduinen gaat vooruit