104
De volkstelling van eind 1959 was nog steeds
niet helemaal verwerkt; wel is er een opgave
van het totale inwonertal eind 1861: 14.751
(Alkmaar: 10.630).
LANDVERHUIZERS
Joseph Fleurquin, een katholieke mingegoede
aannemer van 46 jaar, vertrok met zijn vrouw
naar Rijssel in Frankrijk, om „verbetering van
bestaan" te zoeken. „Dit huisgezin (was) 3 Sep
tember gekomen van Mons in België".
Jean Valentin Vandapiriz, een waalsch her
vormde mingegoede zeilenmaker van 48 jaar
ging met vrouw en vier kinderen naar Roche
Bernard, ook al in Frankrijk in verband met
„het in bezit nemen eener nalatenschap in
Frankrijk aan hem vermaakt"...
PROVINCIEBESTUUR
Provinciale Staten verleenden 6000 subsidie
aan de stoomsleperij „aan het Nieuwediep", op
voorwaarde dat het sleeptarief tot 60% van het
oorspronkelijke verlaagd zou worden.
Een adres van „den kerkeraad der Evangelisch
Luthersche gemeente te Helder om subsidie tot
aflossing van schuld" werd door Provinciale
Staten afgewezen.
GEMEENTEBESTUUR
Raadslid J. Bakker bedankte, J. Graat wordt
zijn opvolger. De raad vaardigde twee gemeen
telijke verordeningen uit: „op het losloopen der
honden en het rijden met hondenwagens" en
„ter voorkoming van brand", alletwee op 17
juli. „Te Helder werd, ingevolge raadsbesluit,
strekkende om het toezigt op de invordering
der plaatselijke belastingen uitsluitend aan
eigen ambtenaren op te dragen, het aantal com
miezen met 10 vermeerderd".
ONTSLAG
Gemeenteontvanger J. Zussen werd ontslagen,
omdat in zijn kas een tekort is „bevonden, dat
de waarde van de door hem gestelde borgtogt
met 29.697,64 overtrof', in huidige waarde
minstens drie ton en wellicht nog veel meer. In
zijn plaats werd J.A.S. de Veije van Buuren
benoemd. De nieuwe weg naar de begraafplaats
werd bestraat voor 3500, „waarbij nog kwam
350 voor werken die door de militaire genie
bevolen waren". De Israëlitische begraafplaats
werd vergroot en verbeterd.
FINANCIEN
De gemeentebegroting beliep 132.590. Bij de
uitgaven valt 200 voor de „muzijkschool" op.
Ondanks het tekort van de gemeenteontvanger
is er toch een batig saldo van 6700 over 1860,
terwijl „gemeld verlies van bijna 30.000 in
dat jaar in uitgaaf was gebragt". Zoals eerder
opgemerkt. Den Helder zat er financieel warm
pjes bij in die jaren.
GEZONDHEID
Hoewel de gezondheidstoestand in het algemeen
veel gunstiger was dan in 1860, kende Den
Helder een veel hoger sterftecijfer, waarschijn
lijk mede in verband met een „in sommige stre
ken geheerst hebbende mazelen-epidemie".
„In een gedeelte van 't gebouw der Werkinrigting
werd een nieuw ziekenhuis daargesteld. De kos
ten van dit werk bedroegen 3629, waaronder
500 voor het noodige ameublement. Ook is
men er voornemens eene gemeente-apotheek op
te rigten en aan het ziekenhuis te verbinden".
ARMWEZEN
De winter was minder streng, maar de aardap
peloogst mislukte en de visvangst was schraal.
De armenzorg in Helder werd verzorgd door het
uit de gemeentekas gesubsidieerde burgerlijk
armbestuur en zeven kerkelijke annbesturen voor
„huiszitten annen". Er waren twee tehuizen, een
van de gemeente (daarin woonden drie bejaar
den, een gebrekkige en 76 weeskinderen) en een
kerkelijk (met 12 „oude lieden"). Armlastige
kraamvrouwen kregen enige materiële onder
steuning van een dames-comité.
Het burgerlijk annbestuur bedeelde 188
(1860:168) huisgezinnen, 58 het hele jaar door
en 130 alleen tijdens de wintennaanden, met wat
geld, brood, een enkel kledingstuk en brandstof.
De zeven kerkelijk annbesturen ondersteunden
322 huishoudens, 177 vast (weduwen met jonge