99 Verhuring der Kerkesloot Buiten de kosten en moeite die de bevolking moest opbrengen om de sloten te onderhouden waren er ook sloten die geld opbrachten. De kerkmeesters van de gereformeerde kerk van Huisduinen en de Helder mochten „ingevolge de approbatie (goedkeuring) en qualificatie van schout en regenten ten profijte van derselve Kerken verhuren de visserij in de vaart die in en uijt de Kerkendijk is gegraven en toebe- hoorende strekkende van de Zeedijk af voorbij den Mienacker tot aan de brug nevens de Koogerweg en van daar tot aan de brug nevens het end der Kerkendijk welkens passaat Noorden en Zuijden is strekkende en anders nog verder". De gereformeerde kerk was de staatskerk, het dorpsbestuur en vele inwoners beleden deze godsdienst. Het was dan ook niet verwonder lijk dat de schout en schepenen, volgens akten van 1748 tot 1808, een „gemeentesloot" namens en voor de kerk lieten verhuren om het onder houd aan de beide kerken te kunnen betalen. De verhuring van de Kerkesloot geschiedde „publicq in de Kerk op de Helder" voor een jaar en duurde „tot aan Kerstmis toe en langer niet". „Den huurder van dese santvaart zal niet vermogen te vissen dan met behoorlijk en gepermitteerd viswant en ook niet dan op behoorlijke en gepermitteerde tijden alles inge volge de placcaten van de Lande op het stuk binnen visscherij". Maar als er „ordonnantie tot reparatie der zee wering mogte werden gedaan" en men de vaart nodig had om materiaal voor de dijk te ver voeren mocht men geen vistuig uit hebben staan. Op oude kaarten is de ligging van de Kerkendijk niet beschreven. Maar de beschre ven verhuringen geven duidelijkheid. „Van Zee dijk tot aan de teerde brug en van daar tot aan de afgeschutte blauwe brug bij de Oude sloot" geeft maar één mogelijkheid: de Oudelandse dijk! Deze oude zeedijk is tussen 1722 en 1744 ge deeltelijk tot vaart vergraven. Voordat de Den Kooghpolder en Het Nieuwe Landt ingedijkt waren beschermde de Oude landse dijk de bewoners van de polder Het Oude Landt tegen het zeewater van de Waddenzee. De dijk liep vanaf het huidige Huisduinen paral lel aan de Huisduinerweg achter de boerderij van boer Tesselaar langs, hij kruiste de Mo lensloot en liep achter het volkstuinencomplex van „A.T.V. Huisduinerweg" langs om vanaf fort Erfprins met een bocht naar het oude uit- gedijkte dorp de Helder (nu Marsdiep ten noor doosten van Kaaphoofd) te lopen. Het gedeelte vanaf de Molensloot tot aan de Marsdiepsdijk ter hoogte van fort Erfprins werd afgegraven. Deze sloot en de Molensloot werden tot „sant vaart" gegraven om over het water zand te kun nen vervoeren voor de aanleg van de huidige dijk. De kerkmeesters verhuurden de sloot als Kerkesloot voor de visserij. Vanaf de Molensloot tot het volkstuinencom plex is de Kerkesloot inmiddels gedempt tot weiland, maar achter het complex langs tot de fortgracht van fort Erfprins is de loop van de Kerkesloot nog te herkennen. De Molensloot loopt nog bijna in zijn geheel door de Huisduinerpolder alleen het noordelij ke gedeelte, richting Kaaphoofd, is door de aan leg van het fort verdwenen. De gemiddelde jaaropbrengst van de Kerksloot was f. 25:0:0 gulden. Kerkelanden Het kerkbestuur van de gerefonneerde kerk ver huurde niet alleen de Kerkesloot. Men had ook een „verhuring voor de Kerke van Kerkelanden". „Kerkmeesteren op den Lande van Huijsduijnen en de Helder" verhuurden „dijken en wielen al les voor een jaar op dato tot Kerstmis", vol gens akten in het gemeentearchief over de perio de 1797 - 1814. De huurders van de Kerkelanden mochten al leen met toestemming hooien, de sloten moest men schoon en op diepte houden en men mocht „geen paarde of koemis (mest) van gehuurde perseelen afhalen maar het daar op late leggen en slegten". De Kerkelanden lagen, onder andere, aan de beide zijden van de Kerkesloot. Vanaf de Mo lensloot tot het huidige Huisduinen werd de

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 1994 | | pagina 19