lijk mogelijk te maken. Dat huwelijk werd vol
trokken door wethouder L.F. van Loo, in zijn
functie van ambtenaar der burgerlijke stand. Als
getuigen traden op Klara Elte, zuster van de
bruid, en de heer M. de Rijke.
Podium met baldakijn
De inrichting van de betreffende zaal in
„Formosa" werd voornamelijk door de ouders
van de bruid verzorgd. Op het podium was een
baldakijn aangebracht en ter weerszijden ston
den kamerpalmen in fraaie koperen ketels uit
de bakkerij van Elte. De overkapping van het
podium met het baldakijn was het symbool voor
een eigen onderdak, een eigen huis, voor het
bruidspaar.
De zaal werd vervolgens ingewijd tot synago
ge door de uit Amsterdam gekomen opperrab
bijn Schuster. Nadat alle genodigden, het
merendeel familieleden, waren gezeten, de
vrouwen ter linkerzijde en de mannen (allen
met bedekt hoofd) rechts, kwam het bruidspaar
vanuit de bovenzaal om plaats te nemen onder
het baldakijn. Ook de mannelijke personeelsle
den van „Formosa" hadden het hoofd gedekt
met een keppeltje.
Om 12.30 uur begon de inwijding van het huwe
lijk volgens de joodse ritus door genoemde
opperrabbijn. Hierbij deed de heer S. Kanne-
wasser dienst als voorzanger.
Receptie
Nadat deze plechtigheid afgelopen was, volg
de de receptie waarop men verscheidene beken
de joodse stadgenoten kon verwelkomen, onder
andere de families Van Praag, Oudkerk, Keijser,
Kannewasser, Manheim, maar ook uit de
Helderse middenstand zoals Els en Leo Trap.
De mannelijke receptiegangers behoefden het
hoofd niet te bedekken.
's Avonds was er een diner, waaraan voorna
melijk familieleden en enige goede bekenden
deelnamen. De maaltijd was voor een deel
voorbereid ten huize van de familie Elte. Al het
overige werd koosjer bereid in de keuken van
„Formosa" onder supervisie van de Helderse
joodse slager Van Gelder. Naast het bedienend
personeel van de zaak was er één joodse kel
ner uit Amsterdam overgekomen, om speciale
- met name genoemde - gasten te bedienen.
Zo liep deze bijzondere dag voor de Helderse
joodse gemeenschap, maar ook voor „Formosa"
als één dag synagoge, ten einde.
Vermeldenswaard is nog dat op die dag ande
re gasten van „Formosa", zoals de gebruikelij
ke stamgasten en vertegenwoordigers (toen
„reizigers" genoemd), werden ontvangen in de
zijzaal. Toen echter een reiziger gebruik wilde
maken van de telefoon en daarbij door de ruim
te van de „hulpsynagoge" zou moeten gaan,
was het dragen van een keppeltje verplicht.
Aangezien hij dat weigerde, was het simpele
en duidelijke commentaar van de heer Van
Baaren: „Dan wordt er vandaag niet gebeld".
(met dank aan mevrouw S. Levie-Elte, mevrouw
A. Launspach-Goes en de heer A.J. van Baaren
te Den Helder).
W. KALKMAN
91
De ouders van de bruid, de heer L. Elte en
mevrouw B. Elte - Oudkerk betreden de
"eendags-synagoge