64
November 1939: de Fortweg was één donker gat
Het was een koude dag toen wij, mijn broer en ik,
van school naar huis toe liepen. Wij moesten
opschieten om op tijd met eten thuis te zijn. Dit
gebeurde tweemaal per dag en het was een flinke
afstand van de Oostslootstraatschool naar Oud Den
Helder. In de loop der jaren waren wij er aan
gewend geraakt. De laatste week aten wij tussen
de middag brood, wat niet gebruikelijk was. Ge
woonlijk kwam mijn vader thuis om warm te eten,
maar omdat hij overwerkte was de tijd te kort om
naar huis te komen. Die dag zou hij ook met het
avondeten niet thuis komen. Er werd afgesproken,
dat ik de "warme hap" naar zijn werk zou bren
gen. De reden van het vele overwerken lag in de
oorlogsdreiging die er heerste. Vaders werkzaam
heden waren bij de genie en in het fort Erfprins
was hij bezig met het maken van tafels en banken
voor de soldaten verblijven. Na het avondeten werd
de maaltijd voor vader in een pannetje gedaan, dit
werd in een krant gewikkeld en in een doek ge
knoopt. Warm gekleed stond ik weldra klaar om
op stap te gaan. Het was al donker en de lantaarns
gaven ronde lichtkringen op straat. Vanaf ons huis
in de Smidstraat was het nog een flink eind lopen.
De verlichting was niet overal even helder. De route
ging via de donkere Jodensteeg, Middenstraat over
steken, de Kromme Elleboogsteeg in, Langestraat
over en de Vlootstraat in en via de Leeuwsteeg het
Bokkeveldje over richting Fortweg. Tot nu toe was
de weg redelijk verlicht, maar de Fortweg was één
donker gat! In de verte brandde een lamp bij de
ingang van het fort, waar een schildwacht liep. Het
donkere gedeelte lokte niet zo erg aan, toch maar
flink doorgestapt. Halverwege de weg zag ik in het
land een lichte schim! "Wat zou het zijn?", mijn
stap versnelde. Ineens kwam de schim dichterbij
en de schrik sloeg mij om het hart. Nog sneller
werd mijn pas, richting het licht waar mensen zou
den zijn. De schim volgde mij en uit mijn oog
hoek hield ik het in de gaten. Plotseling versnelde
de schim en kwam naast mij!! Een luid hinniken
weerklonk en het bleek een geheel wit paard te
zijn dat nog een eindje met mij meeliep. Een zucht
van verlichting ontsnapte mijn keel, die hevig klop
te. Weldra kwam ik bij de poort waar ik, na mij
gemeld te hebben, door mocht gaan. In een grote
groene loods vond ik mijn vader, die druk aan het
werk was. Er stonden een berg tafels en banken
klaar. Ze waren gemaakt van zwaar grenenhout en
verstevigd met ijzeren steunen. Deze konden tegen
een stootje en waren zwaar als lood! Vader was
druk doende het ijzerbeslag vast te schroeven. Met
een zwaar stalen blok aan een stang gaf hij een
klap aan de onderkant van de bank, daardoor kwam
het woord "Genie" in het hout te staan. De bank
was klaar waarna de maaltijd aan de beurt kwam.
Nieuwsgierig keek ik overal rond, maar zodra het
eten op was werd mij te verstaan gegeven naar
huis te gaan en vader ging verder met zijn werk.
De weg terug was minder spannend maar eenmaal
in de bebouwde kom voelde ik mij toch veili
ger. Weldra werd mijn ouderlijk huis bereikt en
was de taak volbracht. Vanuit het raam in het
ziekenhuis "Gemini", waai' ik enige dagen moest
verblijven, keek ik naar de Fortweg en Oud
Den Helder. De Fortweg is korter geworden en
het stadsdeel lijkt niet op dat van voor de oorlog.
Al beschouwend kwam deze geschiedenis uit
1939 weer in mijn gedachten. Sindsdien is er
heel wat gebeurd en veranderd, genoeg om een
boek over te schrijven.
Historische foto van de Fortweg
K. JELLEMA